Licht
Een kristal geeft zonder de minste vermenging of verduistering het licht door. Zo moet een christen zich erop toeleggen dat hij het genadelicht dat hem van boven is geschonken, in zijn onvervalste zuiverheid bewaart. Het mag niet door enige valse schijn of gedachten van menselijke wijsheid enigszins verduisterd worden. Een christen moet aan anderen in de oorspronkelijke klaarheid en zuiverheid weer meedelen.Een christen moet niets zichzelf toe-eigenen, maar alles tot God laten wederkeren als de enige Bron. God alleen is het Die wat prijzenswaardig is, in de ziel legt. Niet opdat het in de mens zou blijven, maar dat het wederom zou keren tot Hem die het geschonken heeft. Dit alles moet echter waarheid in het binnenste zijn. Dat betekent dat het licht van het geloof dat de mens volgens het bevel van Christus van zich moet laten schijnen, een waarachtig licht moet zijn. Christus Zelf moet het in de ziel ontvonkt hebben. Omdat Christus het waarachtig Licht is, schenkt Hij Zijn kinderen hetzelfde licht. Hij kan geen vals licht schenken.
Op deze wijze is de oorsprong van het ware christendom uit God. Het valse christendom heeft zijn oorsprong niet uit God, maar uit de mens. Het ontstaat niet uit een goddelijke overtuiging maar enkel en alleen uit een menselijke inbeelding en opvoeding.
A. M. Bohme, hofprediker te Londen (Stichtelijke Schriften, 1722)