Vijf onthoofde lichamen gevonden in Irak
In Irak zijn de afgelopen twee dagen vijf onthoofde lichamen gevonden, hebben artsen dinsdag gezegd. De lichamen van twee onthoofde Irakezen lagen in de noordelijke stad Mosul; een derde, wiens identiteit nog niet is vastgesteld, lag net buiten de stad. In de buurt van Kirkuk werd een onthoofde politieagent gevonden. Ten zuiden van Bagdad werd een onthoofde man aangetroffen die volgens de eerste lezing een westers uiterlijk had. Nadere bijzonderheden ontbraken.
Tien Iraakse politieagenten, onder wie een luitenant–kolonel en een majoor, kwamen om bij twee afzonderlijke aanvallen ten zuiden van Bagdad. Rebellen openden het vuur op zeven agenten die maandag vanuit Mahmoudiya naar Bagdad terugkeerden. In het nabijgelegen Latifiyah werden later nog eens drie agenten doodgeschoten toen zij bij een benzinestation stopten. Een overlevende zei dat de aanvallers een miljoen dollar uit het voertuig hadden gestolen. Het was onduidelijk waarom een politievoertuig zo’n groot geldbedrag vervoerde. Het 25 kilometer lange stuk weg waarlangs beide aanvallen plaatsvonden wordt beschouwd als een van de gevaarlijke routes in Irak.
In Mosul raakten dinsdag vier Amerikaanse soldaten gewond toen bij het passeren van een Amerikaans konvooi een autobom explodeerde. Volgens een Iraakse politieagent openden de Amerikanen na de explosie het vuur op een auto, waarbij drie Iraakse inzittenden om het leven kwamen.
Ook in Youssifiyah, een plaats twintig kilometer ten zuiden van Bagdad, ging een autobom af. De ontploffing deed zich voor terwijl Iraakse soldaten een zoekoperatie uitvoerden. Bij de aanslag kwam een burger om en raakten ten minste dertien mensen gewond, onder wie negen Iraakse militairen.
In Bagdad deden zich dinsdagavond zeker twee explosies voor. Of daarbij slachtoffers vielen was niet direct duidelijk.
Amerikaanse toestellen voerden in de nacht van maandag op dinsdag opnieuw luchtaanvallen uit op de onrustige sjiitische sloppenwijk Sadr City in Bagdad. Het bombardement was een vergelding voor de beschieting van een Amerikaanse patrouille maandag, aldus een legerwoordvoerder. Bij de luchtaanvallen zou zeker een dode zijn gevallen.
Allawi zei dinsdag voor de Nationale Raad, een orgaan dat zijn interim–bewind controleert, dat hij in besprekingen met vertegenwoordigers van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al–Sadr de basis heeft gelegd voor de beëindiging van de vijandelijkheden in het stadsdeel. Al–Sadrs militie, het Leger van Al–Mahdi, zou de gewapende strijd staken en alle wapens inleveren. Het militieleger begon in april een opstand die leidde tot hevige gevechten in de zuidelijke heilige stad Najaf en andere gebieden. In augustus kon in Najaf een vredesovereenkomst worden gesloten, maar de gevechten in Sadr City, een wijk met ruim twee miljoen inwoners, hielden aan.
Een woordvoerder van Al–Sadr zei dat de nachtelijke bombardementen een poging zijn de beweging van Al–Sadr te weerhouden van deelname aan de verkiezingen van januari. Hoe de geestelijke zelf over de verkiezingen denkt is niet duidelijk. In een interview met een tv–zender van de sjiitische Hezbollah zei hij dat hij niet wil deelnemen aan ‘Amerikaanse verkiezingen’.
Al–Sadr riep verder de ontvoerders van twee Franse journalisten op hun gijzelaars vrij te laten. ‘Frankrijk is niet een van de bezettende landen en heeft de bezetting afgewezen’, aldus de geestelijke.