Olieprijzen weer op recordhoogte
De prijzen van ruwe olie zijn dinsdag opnieuw op niveaus gekomen dat nog niet eerder waren bereikt. Op de termijnmarkt in Londen noteerde Brent–olie voor levering in november 47,15 dollar per vat (159 liter). In New York kostte een vat Amerikaanse olie, die van wat betere kwaliteit is, 50,99 dollar.
De prijsstijging hangt samen met politieke onzekerheden, vooral in het Midden–Oosten en Nigeria. Daarnaast hebben orkanen de olieproductie in de Golf van Mexico verminderd. Woensdag worden nieuwe gegevens bekend over de Amerikaanse olievoorraden. Analisten houden rekening met tegenvallende cijfers, wat ook weer zou bijdragen aan een stijging van de prijzen.
In New York doorbrak de olieprijs vorige week voor het eerst de grens van 50 dollar. Analisten zijn erg bezorgd over het huidige prijspeil omdat de mogelijkheden om de olieproductie op te voeren, beperkt zijn. De meeste olie–exporterende landen binnen de OPEC kunnen niet meer olie oppompen dan ze nu al doen.
Maandag kwamen de olietermijnmarkten weer iets op adem nadat in Nigeria rebellen en de regering een bestand waren overeengekomen. Eerder hadden de opstandelingen nog gedreigd met acties tegen buitenlandse oliebedrijven in het Afrikaanse land. De situatie in Irak blijft gevaarlijk, omdat rebellen daar nog steeds oliepijpleidingen opblazen.
In de Golf van Mexico zit de productie nog steeds niet op het normale peil. Door het orkaangeweld zijn olie–installaties daar beschadigd. Onder normale omstandigheden komen er 1,7 miljoen vaten per dag uit het gebied. Nu is dat 30 procent minder. De cijfers die woensdag in de VS bekend worden over de voorraden zijn belangrijk met het oog op de winter. In die periode neemt de vraag naar olie sterk toe.