De Europese Unie moet van de coronacrisis leren en voortaan verder vooruitkijken, vindt de Europese Commissie. Daardoor wint de unie aan veerkracht, zegt vicevoorzitter en ‘ziener’ van de commissie Maroš Šefčovič, die woensdag zijn plannen uit de doeken deed.

Šefčovič is dan wel belast met het ontwikkelen van een vooruitziende blik, maar hij heeft geen kristallen bol om de toekomst te voorspellen, gaf hij eerder toe. Hij wil wel voortdurend naar de einder kijken om snel te kunnen reageren als daar wat opdoemt. De EU-commissaris gaat trends analyseren, bezien hoe die de unie raken en manieren bedenken om „de gewenste toekomst” te bereiken.

Beleidsmakers in heel de Europese Unie lijden aan kortetermijndenken, stelt Šefčovič. Dat brak Europa op toen het coronavirus toesloeg. De pandemie werd niet alleen onderschat. Ook bleek Europa te afhankelijk van bijvoorbeeld buitenlandse leveranciers van mondkapjes en medicijnen toen een wereldwijde wedloop losbarstte. En lang niet alle bedrijven en scholen waren klaar om van afstand te werken en les te geven.

Om niet achter de feiten aan te lopen, moet Europa niet de volgende verkiezingen maar de volgende generatie voor ogen houden, vindt Šefčovič. Hij wil plannen van de commissie in het vervolg langs die lat leggen, een netwerk van onder meer Europese denktanks in het leven roepen en zou liefst zien dat iedere Europese regering een ‘minister van Vooruitziendheid’ telt.