Amerikanen winnen de Nobelprijs voor natuurkunde
De Amerikanen David J. Gross, H. David Politzer en Frank Wilczek hebben de Nobelprijs voor de natuurkunde toegekend gekregen. De uitreiking van de meest prestigieuze wetenschapsprijzen ter wereld heeft plaats in Stockholm op 10 december, de sterfdag van de grondlegger van de prijzen, Alfred Nobel.
De drie Amerikanen worden onderscheiden voor hun ontdekkingen in de wereld van de quarks, de deeltjes die lang zijn beschouwd als de kleinste bouwsteen van de materie. Ze kwamen achter de zogeheten sterke wisselwerking, die de bouwstenen bijeen houdt.
Dankzij hun ontdekkingen, hebben zij volgens de Zweedse Academie de droom van de fysicus, „een theorie van alles" te formuleren, naderbij gebracht. Van de drie is Wilczek, professor aan het Massachussets Institute of Technology, ook in Nederland bekend. Hij was in 1998 hoogleraar aan de Universiteit Leiden.
Hij is ook buitenlands lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Van deze organisatie kreeg hij in 2002 de Lorentzmedaile. Gross werkt aan de Universiteit van California in Berkeley en Politzer in Pasadena aan het California Institute of Technology.
Vorig jaar ging de onderscheiding naar de wetenschappers Abrikosov, Ginzburg, Leggett voor hun theoretische onderzoek naar supergeleiding. Wilhem Conrad Röntgen kreeg in 1901 de allereerste Nobelprijs voor de natuurkunde voor het ontdekken van de straling die sindsdien zijn naam draagt.