Psychiater binnen ggz steeds vaker in de knel
Lange wachtlijsten, veel administratieve taken, complexe zorgvragen. Een deel van de psychiaters is emotioneel uitgeput en overweegt een andere baan te zoeken. Dat maakt de schaarste binnen de beroepsgroep –die er toch al was– nog groter.
Over één ding zijn de ruim 800 ondervraagde Nederlandse en Vlaamse psychiaters en psychiaters in opleiding het eens: ze worden enthousiast van het contact met hun patiënten. Maar de meeste bevindingen uit het maandag verschenen onderzoek van De Jonge Psychiater zijn minder rooskleurig.
Zo voelt bijna 30 procent van de ondervraagden zich emotioneel uitgeput en denkt een evengroot percentage er weleens over te stoppen met het werk. Deze uitkomst verbaast Ewoud de Jong, psychiater en geneesheer-directeur bij Eleos, niet. „Psychiaters hebben een intensief vak. Ze staan onder hoge druk. Dit is een signaal dat psychiaters behoorlijk belast zijn. Dat moeten we ernstig nemen.”
Volgens De Jong zijn er meerdere oorzaken aan te wijzen voor de belasting van psychiaters. Zo worden de specialisten door bezuinigingen in de ggz zo spaarzaam mogelijk ingezet. „Dat holt de taak van de psychiater uit. Het doen van eigen behandelingen komt op de achtergrond te staan. Veel psychiaters verlaten daarom de ggz en gaan als zelfstandige verder. Daardoor ontstaat er een onevenredige druk op psychiaters die wel bij de ggz blijven.”
Privacy
Een grote meerderheid van de respondenten (88 procent) vindt de wachtlijsten in de ggz te lang, blijkt uit de enquête. Ook hebben velen last van de hoge administratieve druk: over gesprekken en behandelingen van patiënten moet nauwkeurig gerapporteerd worden. De Wet verplichte ggz –in januari van kracht geworden– is daar vooral debet aan, vertelt De Jong. „Daar is een enorme bureaucratie in meegekomen, allemaal vanwege de rechtspositie van de cliënt en het waarborgen van diens privacy. Die regels moet je volgen, maar soms vraag je je af wie hier nu werkelijk bij gebaat is.”
Wachtrij
Los van deze nieuwe wet is de indruk van de geneesheer-directeur dat het met de administratieve taken binnen Eleos meevalt. „De verantwoordingsdruk ligt niet zozeer bij de psychiaters en psychologen, maar bij de organisatie in zijn geheel.” Hij ziet om zich heen een ontwikkeling richting minder papierwerk. Zo zijn er instellingen die afspraken maken met een aantal hoofdverzekeraars over de verantwoording van hun werk. „Ik zie dat als een gezonde samenwerking.”
De psychische belasting door de lange wachttijden is voor De Jong wel herkenbaar. „Een lange wachtrij in de zorg voelt niet goed. Als behandelaar wil je goede zorg leveren, maar soms is die behandeling niet voorradig. Je hebt te kampen met de beperking van het moment.”
De psychiaters in het onderzoek hekelen ook het feit dat steeds meer maatschappelijke problemen tot het vaste domein van de psychiater gerekend worden. „Bij Eleos hebben we daar minder mee te maken, omdat we geen 24-uurs crisisdienst hebben”, vertelt De Jong. „In de grote steden moet de crisisdienst geregeld naar buiten om verwarde mensen op te nemen. Vanuit de beroepsgroep van psychiaters (de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, MR) is daar verzet tegen gekomen. Psychiaters zijn behandelaars, geen ordehandhavers. We hebben een medische taak.”
Maar liefst 35 procent van de ondervraagde Nederlandse en Vlaamse psychiaters heeft zelf ooit behandeling gezocht voor psychische klachten. „Dit werk heeft emotionele impact”, herkent De Jong. „Zelf doe ik twee dagen per week directe patiëntenzorg. Het lijkt mij heel zwaar om vijf dagen alleen maar patiënten te zien. Ik snap wel dat collega’s soms zelf hulp zoeken. Je kunt tien keer psychiater zijn, maar je hebt een ander nodig die je wijst op je blinde vlek.”
Ondanks de zware kant van zijn beroep schaart De Jong zich achter zijn collega’s: patiëntcontact spreekt hem het meest aan in zijn werk. Van de geënquêteerden krijgt 73 procent dikwijls tot zeer dikwijls energie van het patiëntcontact; 15 procent zelfs altijd. „Het doet goed om mensen die zijn vastgelopen te kunnen helpen de weg te vinden. Om te zien hoe bij ernstig depressieve mensen na behandelingen toch het licht weer gaat schijnen.”
Stigma
Voor de geneesheer-directeur van Eleos gaat dat dieper dan louter arbeidsvreugde. „We werken met een groep mensen waar een stigma op rust. Het is waardevol om juist die mensen die niet goed mee kunnen komen in de maatschappij, nabij te zijn.” Hij wijst op Paulus’ woorden uit 1 Korinthe 1, waarin deze zegt dat Jezus het zwakke uitverkoren heeft om het wijze te beschamen. „Het werk is emotioneel best zwaar, maar hierin mag ik in de voetstappen van Christus gaan. Voor mij is het werk zo ook een ervaring van geloof.”