VS overwegen verbod op katoenproducten uit Xinjiang
De regering van de Verenigde Staten overweegt een verbod in te stellen op katoenproducten uit de noordwestelijke Chinese provincie Xinjiang vanwege de mensenrechtensituatie daar, meldt The New York Times. De Oeigoeren, een moslimminderheid uit dat gebied, zijn het slachtoffer van stelselmatige onderdrukking door de Chinese regering. Zo zijn er grootschalige interneringskampen waar gevangenen dwangarbeid verrichten. Volgens de Chinese overheid gaat het daarbij om onderwijscentra.
Het verbod kan dinsdag al worden aangekondigd, aldus de New York Times. Hoe het precies geformuleerd wordt is nog onduidelijk. Zo is nog niet bekend of onder het verbod ook katoenproducten vallen die eerst door andere landen uit Xinjiang zijn geïmporteerd. Een aantal van de grootste kledingmerken ter wereld halen hun katoen en overig textiel uit de Chinese regio.
Amerikaanse parlementariërs deden in maart een wetsvoorstel om de import van goederen die in Xinjiang met behulp van dwangarbeid zijn geproduceerd te verbieden. Als het importverbod er komt, zal het worden afgekondigd door de Amerikaanse douane. Het Witte Huis en het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid hadden nog geen reactie.
De Verenigde Staten en China liggen al geruime tijd op ramkoers met elkaar. Washington beschuldigt Peking ervan dat het niet open en eerlijk is over de herkomst van het nieuwe coronavirus. Ook liggen de twee grootmachten in de clinch over de nieuwe Chinese veiligheidswet voor Hongkong, die volgens de VS bedoeld is om het volk van de voormalige Britse kroonkolonie te onderdrukken. President Donald Trump heeft een harde lijn tegen China tot een van zijn stokpaardjes is de verkiezingsstrijd gemaakt.