Groeifonds is voor projecten voor de langere termijn
Ministers Wopke Hoekstra van Financiën en Eric Wiebes van Economische Zaken presenteren het Nationaal Groeifonds als een investeringsfonds voor projecten voor de lange termijn. „Het belangrijkste criterium voor een project is dat het bijdraagt aan het verdienvermogen van Nederland in de toekomst. Het project moet invloed hebben op het inkomen van generaties hierna”, aldus Hoekstra.
Het Nationaal Groeifonds is niet bedoeld voor structurele uitgaven zoals lerarensalarissen. En het is ook geen noodfonds voor kortetermijninvesteringen. „Het gaat ook om de verbetering van het financieel rendement van investeringen”, zei Wiebes. „We willen dat de samenleving er beter van wordt. Een bedrijf dat aanspraak op het Nationaal Groeifonds wil maken, zal dus niet alleen aan zijn eigen bedrijfsopbrengst moeten denken, maar ook aan hoe de samenleving er beter van wordt.”
Er zijn acht formele criteria waaraan de commissie de projecten zal toetsen. Een daarvan is dat het minimumbedrag 30 miljoen is en dat het om een eenmalige investering gaat. Dat bedrag is hoog omdat het om projecten moet gaan die aanzienlijke impact hebben op nationaal niveau. Volgens Wiebes kan ook het mkb aanspraak maken op het fonds. Juist projecten in technische innovatie en start-ups komen volgens hem in aanmerking voor het fonds.
De eerste 20 miljard euro in de aankomende vijf jaar zal ongeveer gelijk verdeeld worden over de drie pijlers kennis, infrastructuur en innovatie. „Voor alle drie de onderwerpen is ongeveer een derde van het totale bedrag begroot”, benadrukte Hoekstra. „Natuurlijk gaan we bekijken hoe dit zich zal ontwikkelen. Het is bekend dat infrastructuur kostbaar is. Als een infrastructureel project veel duurder blijkt te zijn, kijken we hoe dat over bijvoorbeeld over een termijn van tien jaar kunnen uitsmeren voor de kosten.”
Een ander criterium zal zijn of het project klimaatneutraal is. Wiebes: „Het gaat niet alleen om de omvang van de economie.”