300 Rohingya bereiken Indonesië ‘na zeven maanden op zee’
Bijna driehonderd Rohingya-vluchtelingen hebben maandag het Indonesische eiland Sumatra bereikt nadat ze naar eigen zeggen zeven maanden op zee hebben gevaren. Bewoners van de stad Lhokseumawe hielpen de migranten aan land vanaf hun houten boot.
Volgens de VN-vluchtelingencoördinator Oktina in Indonesië zijn de Rohingya ernstig verzwakt. Aan boord waren 181 vrouwen, 102 mannen en 14 kinderen.
Hulpverleners die zich met de Rohingya-vluchtelingencrisis bezighouden zeggen dat de migranten op zee zijn gehouden terwijl mensensmokkelaars hun familie afpersten. „Deze mensen zijn feitelijk gegijzeld. De mensensmokkelaars zeiden dat ze niet aan land mochten totdat ze waren betaald.”
In juni landden in hetzelfde gebied honderd Rohingya-vluchtelingen die vier maanden op zee hadden gezeten, waar ze waren geslagen door mensensmokkelaars en waren gedwongen om hun eigen urine te drinken om in leven te blijven.
De twee groepen vluchtelingen waren mogelijk onderdeel van een groep van achthonderd Rohingya die eerder dit jaar vanuit het zuiden van Bangladesh vertrokken. Van die groep zouden dertig mensen op zee zijn gestorven.
Ongeveer een miljoen Rohingya leven onder erbarmelijke omstandigheden in vluchtelingenkampen in Bangladesh, waar mensensmokkelaars beloven hen naar een veilig heenkomen in onder meer Indonesië en Maleisië te brengen.