Zwijgzame Cheney stille kracht Witte Huis
Communicatief ingesteld is hij niet, charismatisch evenmin, maar toch is Richard (Dick) Bruce Cheney van onschatbare waarde voor president Bush gebleken. De door progressieven als trouwe huisknecht van de familie Bush afgeschilderde vice-president heeft bovendien als geen andere Amerikaanse nummer twee zo veel invloed weten te verwerven.
Onmiskenbaar drukte de in Lincoln, Nebraska, geboren latere conservatieve ’olieboer’ een stempel op de eerste regeerperiode van de onervaren George Bush en dan vooral op het buitenlandse beleid van de regering. Zijn macht reikt aanmerkelijk verder dan die van andere kabinetsleden. Tijdens vergaderingen zegt hij geen woord, maar iedereen weet dat hij er is. Bewindslieden rapporteren trouw belangrijke bevindingen aan het Witte Huis om vervolgens Bush in overleg met Cheney te laten beslissen.
De nu 63-jarige rechterhand van Bush lijkt zwijgen en luisteren tot zijn handelsmerk te hebben verheven. De vice-president heeft nooit een voorliefde gehad voor publiciteit en sinds de aanslagen van 11 september 2001 is dat nog duidelijker geworden. In plaats van de pers te woord te staan, gaf hij loerend vanuit de schaduwen en coulissen leiding aan de voorbereidingen voor de aanvallen op Afghanistan en Irak, aldus progressieve media.
Na 11 september 2001 verscheen de man maandenlang niet in de openbaarheid. Sommige columnisten vroegen zich daarop af of er niet een nationale zoekactie op touw gezet moest worden inclusief foto’s op melkpakken en pamfletten. Cheney, door waarnemers ook wel betiteld als de Sfinx van het Witte Huis, houdt er simpelweg niet van om op de voorgrond te treden.
Campagnevoeren is, zo zegt hij zelf, bepaald geen hobby van hem. Een natuurtalent op het vlak van spreken in het openbaar is hij evenmin. In het sterk op de persoon gerichte politieke circus zou dat wel eens in zijn nadeel uit kunnen gaan werken.
De karakteristieke geslotenheid, gereserveerdheid en afstandelijkheid van Cheney worden geregeld gekoppeld aan geheimen en duistere zaakjes. De vice-president heeft de afgelopen vier jaar zijn tegenstanders voldoende munitie in handen gegeven om twijfel te zaaien over de integriteit van de voormalige afgevaardigde voor de staat Wyoming.
Zo zouden bevriende zakelijke contacten uit de energiewereld, zoals kopstukken van het inmiddels failliete Enron, via Cheney een ongekende invloed hebben uitgeoefend op het nationale energiebeleid.
Zijn oude baan als baas bij Halliburton (1995-2000) legde hem op financieel vlak geen windeieren, maar viel op politiek vlak minder in de smaak. Cheney wordt als gekenschetst als havik nummer 1 van de regering en zou de drijvende kracht zijn geweest achter de Amerikaanse aanval op Irak. Vervolgens zou vooral zijn voormalige werkgever hebben weten te profiteren van allerlei overheidsopdrachten voor de wederopbouw van Irak en voor logistieke taken voor de Amerikaanse troepenmacht in Irak.
Zonder al te vaak de grenzen van het onbetamelijke te overschrijden, weet de vice-president met vileine opmerkingen de Democraten het vuur na aan de schenen te leggen. President Bush, vijf jaar jonger dan Cheney, krijgt door de rol van zijn doorgewinterde soufleur de ruimte om de getapte, gevatte kandidaat uit te hangen die dicht bij het volk staat.
Cheney staat wat dat betreft diametraal tegenover zijn baas. Tekenend is de uitslag van een beroepskeuzetestje dat ooit hij voor de grap met collega’s aflegde tijdens een reis naar Moskou. Het ideale beroep voor Cheney: directeur van een begrafenisonderneming. Hij is daarentegen wel gepokt en gemazeld door bijna dertig jaar in Washington mee te draaien.
In 1968 maakte de vier jaar eerder met Lynne Vincent getrouwde Cheney zijn opwachting in Washington als stagiair van een Afgevaardigde. Een bliksemcarrière in diverse federale agentschappen volgde. Met het aftreden van Richard Nixon kwam Cheney in 1974 in het Witte Huis terecht als plaatsvervangend adviseur van president Ford. Drie jaar stond hij zijn baas terzijde en groeide uit tot de jongste chefstaf van het Witte Huis tot nu toe.
Met de machtswisseling van 1976-1977, toen de Democraten het presidentschap heroverden, kwam er een kortstondig einde aan zijn politieke carrière. Een jaar later vond Cheney de weg al terug naar Washington. In de tussentijdse verkiezingen van 1978 veroverde hij de enige zetel van Wyoming in het Huis van Afgevaardigden, een functie die hij tot 1989 onafgebroken vervulde. In deze jaren ontpopte hij zich tot een gewaardeerd Congreslid met een gematigde, weinig opvallende, gesloten persoonlijkheid.
Met het aantreden van president Bush senior in 1989 kwam Cheney terug bij de uitvoerende macht, dit maal als minister van Defensie. In die functie was hij onder meer verantwoordelijk voor de militaire operatie in Panama om dictator Noriega op te brengen. Daarnaast was hij een van de architecten van Operation Desert Storm in 1991, waarmee de Iraakse bezettingsmacht uit Koeweit werd verdreven. Na zijn ministerschap volgden vijf ’gouden’ jaren bij Halliburton.