Annan: Sudan boekt geen vooruitgang
De Sudanese regering heeft in september niets ondernomen om een eind te maken aan de crisis in de westelijke regio Darfur.
Dat stelt secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties in een voortgangsrapport over Darfur dat maandag circuleerde in de VN-Veiligheidsraad.
De regering deed vorige maand wel nieuwe beloften, maar die leidden niet tot maatregelen, aldus Annan. Het geweld in Darfur duurt voort en er worden nog altijd burgers aangevallen, constateert hij. De ontwapening van de Arabische milities die etnische zuiveringen uitvoeren onder de zwarte bevolking schiet volgens hem niet op, evenmin als de vervolging van verdachten van wreedheden.
„Het is duidelijk dat het bestand in grote delen van Darfur niet standhoudt. Een steeds groter deel van de bevolking van Darfur wordt nog altijd blootgesteld aan honger, angst en geweld, zonder dat de regering iets doet om hen te beschermen”, zo schrijft Annan. „Het aantal mensen dat te lijden heeft onder het conflict neemt toe en hun lijden wordt verlengd door het uitblijven van actie. In een aanzienlijk deel van het gebied is de veiligheid verslechterd.”
Vorige maand nam de Veiligheidsraad een resolutie aan waarin wordt gedreigd met oliesancties tegen Sudan, als de regering de Arabische milities (Janjaweed), die tienduizenden zwarte inwoners van Darfur hebben vermoord en 1,2 miljoen inwoners op de vlucht hebben gejaagd, niet beteugelt. De speciale gezant van Annan voor Sudan, Jan Pronk, praat de Veiligheidsraad dinsdag bij over de situatie in Darfur.