„Kwestie Stolwijk geen gesloten boek”
Bewoners van de Tentweg en de Goudseweg in Stolwijk en de gemeente Vlist zijn boos, omdat het hoogheemraadschap Krimpenerwaard vooralsnog weigert het waterpeil in Stolwijk en omliggende polders te verhogen. Waarnemend dijkgraaf J. Slingerland is echter onverbiddelijk. „Ik begrijp de inwoners heel goed en ik wil benadrukken dat de kwestie zeker geen gesloten boek is. Maar we moeten als waterschapsbestuur met meer belangen rekening houden dan die van dorpsbewoners.”
Slingerland vindt dat de ophef in een juist daglicht gezien moet worden. „Het aantal woningen dat door een peilstijging beter wordt beschermd, is relatief klein. Het actiecomité verlangt van ons als waterschap een maatregel die weliswaar voor de inwoners van de dorpskern Stolwijk goed uitpakt, maar nadelige gevolgen heeft voor boeren in het agrarisch gebied. Hun landerijen vernatten.
Laat ik het eens omdraaien: Als de boeren onder de vlag van de Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (WLTO) ons gevraagd zouden hebben om het waterpeil in de polders en tegelijkertijd in de kern Stolwijk met 4 centimeter te verlagen, hadden wij als waterschapsbestuur ook tegen een dergelijk voorstel gestemd. Een waterpeilverlaging zou voordelig zijn voor de boeren, maar nadelig voor inwoners van de dorpskern.”
U stelt dus in dit geval de belangen van boeren boven die van de inwoners van het dorp?
„Nee, zeker niet. We hebben als waterschap ook gekeken naar de gevolgen van een waterpeilverhoging voor de waterafvoer. In de kern Stolwijk ligt een belangrijke afvoerwaterloop. Het is daarom niet zomaar mogelijk om deze watergang af te scheiden ten behoeve van een eigen peil voor Stolwijk. Sinds we de dorpskern van Bergambacht geïsoleerd hebben, kennen we daar te veel problemen. Dat willen we niet nog eens meemaken.
Als waterschap zitten wij met smart te wachten op de landinrichting van de Krimpenerwaard. De landinrichtingscommissie is nog steeds bezig om waterhuishoudkundige maatregelen te nemen. Zo moet er nog een aantal gemalen gebouwd worden en de aanleg van een boezemsysteem laat ook nog steeds op zich wachten. Ik heb echter goede hoop dat de provincie Zuid-Holland komend voorjaar in het zogeheten veenweidepact goede afspraken kan maken met bewoners en gebruikers van veenweidegebieden over de toekomst. In dat veenweidepact is drooglegging van veenweidegebieden een belangrijk onderdeel.”
Uit onderzoek door uw waterschap bleek begin dit jaar dat het veenweidegebied in het voorstel van het actiecomité gemiddeld nog ruim 60 centimeter boven het waterpeil ligt.
„Op dit moment is dat nog voldoende. Maar het actiecomité wil het peil van 2,15 meter onder NAP voor jaren vastzetten, terwijl het veenland in de loop der jaren inklinkt.”
Uw stemgedrag en dat van uw collega in het waterschapsbestuur kwam als een volslagen verrassing voor de actiegroep. Hoe verklaart u dat?
„Ik weet dat de mensen erg boos en teleurgesteld zijn. Het is ongelukkig dat er kennelijk verkeerde verwachtingen bij het actiecomité zijn gewekt. In de projectgroep hadden ook ambtenaren van ons waterschap zitting. Zij geven hun bevindingen door aan ons college. Hoe enthousiast en positief zij ook mogen zijn geweest over het voorstel van de actiegroep van bewoners, uiteindelijk moet het waterschapsbestuur beslissen. Als college moeten wij de diverse belangen tegen elkaar afwegen. En dat bleek niet zo eenvoudig als we in eerste instantie dachten.”
De actiegroep neemt geen genoegen met de gang van zaken en wil u en uw collega’s morgen aan de tand voelen in de verenigde vergadering van het waterschap.
„Ik weiger dit punt op te nemen in de agenda. Dat kan ook niet. Het voorstel van het actiecomité is in geen enkele commissie behandeld en bij stemming door het dagelijks bestuur verworpen. De kwestie kan dus niet op de agenda komen van de verenigde vergadering. En als het geen agendapunt is, is inspreken evenmin mogelijk.”
En in de rondvraag dan?
„De rondvraag in de verenigde vergadering is door mijn voorganger enkele jaren gelden al afgeschaft. Hij vond dat niet meer van deze tijd.”
Dit is het tweede en laatste deel in een tweeluik over problemen met de waterhuishouding in Stolwijk.