Haken en ogen aan referendum
Het CNV vraagt zich af of een referendum over prepensioen uitvoerbaar is. De tijdelijke referendumwet voorziet in een zogeheten raadgevend correctief referendum, maar daaraan zitten nogal wat haken en ogen.
CORRECTIEF - In de Nacht van Wiegel sneuvelde in 1999 het zogeheten bindend correctief referendum. Zo’n referendum zou gehouden kunnen worden op initiatief van de bevolking. De term correctief houdt in dat het referendum wordt gehouden nadat het politieke besluit al is genomen. De bevolking zou door zo’n referendum een wet ongedaan kunnen maken, nadat die door de Eerste Kamer is bekrachtigd.
Om het kabinet te lijmen -het referendum was een ’kroonjuweel’ van regeringspartner D66- werd besloten tot een minder vergaande tijdelijke referendumwet. Ook deze wet voorziet in een correctief referendum, alleen is het niet meer bindend, maar raadgevend. Het kabinet kan de uitslag naast zich neerleggen.
DREMPELS - Om een referendum te houden over een wet moet er eerst een inleidend verzoek komen van 40.000 kiesgerechtigden. Daarna moet er een definitief verzoek komen van 600.000 kiesgerechtigden. Deze drempels zijn zo hoog dat het nooit tot een correctief raadgevend referendum is gekomen. Althans niet op nationaal niveau. Op gemeentelijk niveau zijn er drie referenda geweest op basis van deze wet.
HAAST - De maatregel van het kabinet om VUT en prepensioen niet langer door belastingaftrek aan te moedigen moet in 2006 van kracht worden. De tijdelijke referendumwet geldt echter tot 1 januari 2005. De wet zou tijdelijk zijn, in afwachting van een nieuwe grondwetswijziging die voorziet in een bindend referendum. Die grondwetswijziging is inmiddels weggestemd door de Tweede Kamer. Volgens het kabinet én zo goed als zeker een nipte meerderheid in de Tweede Kamer heeft het geen zin om de tijdelijke wet volgend jaar nog te laten bestaan.