Elizabeth II, al ruim 68 jaar op de troon
Ze is 94, en al meer dan 68 jaar staatshoofd van Groot-Brittannië. Koningin Elizabeth II, „rots in de branding.” Hoofd van een land dat zich de Europese Unie uitmanoeuvreerde. Omringd door een familie die regelmatig duchtig in opspraak komt.
Elk jaar herdenkt de vorstin op 6 februari haar vader, George VI, die op die datum in 1952 plotseling overleed. De 56-jarige koning, een kettingroker, leed aan longkanker, maar stierf in zijn slaap door een hartaanval. Elizabeth was toen met haar man in Kenia, op weg naar Australië, Nieuw-Zeeland en Ceylon (Sri Lanka). Ze werd plotseling koningin, maar was beter op die taak voorbereid dan haar vader toen die in 1936 zijn afgetreden broer vervangen moest.
Nu was de 25-jarige Elizabeth Alexandra Mary opeens staatshoofd, en dat zou ze lang blijven. Toen koningin Victoria in 1901 overleed, zat die –81 jaar oud– 63 jaar en 216 dagen op de troon. Dat record brak koningin Elizabeth in september 2015. Opgeteld bezetten deze twee vrouwen in ruim 131 van de achterliggende 183 jaar de Britse troon.
Elizabeth heeft als vorstin al veertien premiers meegemaakt, van wie er een –Harold Wilson– tweemaal aantrad. De eerste van hen, Winston Churchill, had nog in het leger van haar betovergrootmoeder Victoria gediend en ontmoette Elizabeth voor het eerst toen ze twee jaar was.
Heel lang staan
Bij Elizabeths zestigjarig regeringsjubileum in 2012 verscheen een biografie van historica Sally Bedell Smith waarin al dit soort wetenswaardigheden te lezen zijn. Daarvan wordt dinsdag een Nederlandse vertaling gepubliceerd. Het is een Amerikaans boek, vol gedetailleerde beschrijvingen en treffende typeringen. Het geeft, in soms lange zinnen, veel informatie, niet alleen over de koningin, maar ook over de mensen om haar heen.
Smith kon de koningin zelf niet interviewen, maar wel velen uit haar omgeving. Daarnaast deed ze literatuuronderzoek. Zo komen we te weten dat de vorstin „twee buitengewoon geschikte kwaliteiten” heeft, volgens een van haar privésecretarissen: „Ten eerste slaapt ze heel goed en ten tweede heeft ze uitstekende benen en kan ze heel lang staan.” Conclusie: „De koningin is ongelooflijk taai.”
Ondoorgrondelijk
Een krachtige bron voor het succes van de Britse soeverein is altijd haar ondoorgrondelijkheid geweest en haar vermogen om controverse te vermijden, schrijft de auteur. Terwijl de ongelukkige uitspraken van haar man legendarisch werden, is de vorstin daar vrijwel nooit op te betrappen geweest. Ze werd getypeerd als „de rots in de branding waaraan mensen zich in stormachtige tijden kunnen vastklampen.”
Zoon Andrew kreeg kritiek vanwege zijn geldverslindende activiteiten en dubieuze vrienden. Die kritiek is tien jaar later, bij de verschijning van deze vertaling, weer volop actueel. Andrew leeft samen met zijn ex-vrouw, die in het verleden in opspraak raakte door haar miljoenenschulden. Kleinzoon Harry bracht een golf van publiciteit teweeg door afstand te nemen van zijn prinselijke taken en met zijn vrouw naar Amerika te vertrekken, waar ze regelmatig van zich doen horen.
Terwijl de Spaanse koning alle moeite moet doen het wangedrag van familieleden netjes af te wikkelen, brengen affaires in Engeland de positie van de vorstin niet aan het wankelen. „Republikeins denken is tegenwoordig in Groot-Brittannië niet eens meer een politiek standpunt voor een klein groepje ingewijden”, schreef Times-columnist Hugo Rifkind in 2009. „Het is nauwelijks meer een standpunt.”
Gezelligheid
De biografie staat vol zinnen die om herlezing vragen. Over de monarch: „Haar acceptatie van de manier waarop het leven de kaarten verdeelt, is zeldzaam in de westerse wereld en komt gedeeltelijk voort uit haar religieuze overtuiging en gedeeltelijk uit haar levenservaring.” En: „De kleine gestalte van de koningin, ze is maar één meter drieënzestig, is ook een verrassing voor mensen die haar voor het eerst zien. Maar net als haar betovergrootmoeder koningin Victoria, die maar net één meter tweeënvijftig was, heeft ze een uitstraling waardoor haar lengte onbelangrijk is.” Ingetogen waardigheid.
Over Elizabeths oudste zoon: „Charles heeft een inlevingsvermogen dat in het tijdperk-Diana werd onderschat.” Over de relatie tussen koningin en kroonprins: „Het is geen gezellige relatie, en dat is het ook nooit geweest. (…) Ze houden van elkaar, maar de familie is nu eenmaal niet ingesteld op gezelligheid.”
Over premier Cameron schrijft de auteur: zijn „combinatie van nuchtere kracht en ongekunstelde openheid over zijn problemen paste bij het instinctieve stoïcisme van de koningin en tegelijkertijd bij de emotionele openheid die ze na de dood van Diana als deel van het moderne leven had leren aanvaarden. (…) Ruimte genoeg voor hen beiden om zich op hun gemak te voelen tijdens de wekelijkse audiënties op Buckingham Palace, die Cameron gemakkelijk wist te vullen met zijn zelfspot en kameraadschap.”
Eerlijk
Kroonprins Charles, op zijn eenenzeventigste nog altijd in de wachtkamer, stak zijn energie in het promoten van goede doelen. Verschil met Elizabeth: „De koningin doet veel op advies van anderen, terwijl haar oudste zoon de neiging heeft voornamelijk te doen wat hij zelf wil.” Charles’ uitgesproken opvattingen zijn door familieleden soms openlijk weersproken. Maar niet door de koningin, want die houdt zich buiten discussies en zoekt de confrontatie niet.
En prins William dan: „Een krachtige combinatie van schoonheid en tragiek, maar zonder een spoortje zelfmedelijden. Hij mist de diepgewortelde onzekerheden en de behoefte aan aandacht van Diana en de ouderwetse, formele manier van doen en onhandigheid van Charles.”
Elizabeth heeft een verheven plaats, maar het is er een met beperkingen: „Er is nooit een moment in Elizabeths leven dat ze niet de koningin is. Daardoor zit ze in een eenzame positie en het heeft ook gevolgen voor het gedrag van iedereen om haar heen, ook voor dat van haar familie. Ze heeft geen paspoort of rijbewijs, ze mag niet stemmen of als getuige in een proces optreden en ze kan niet overstappen van de Anglicaanse naar de Rooms-Katholieke Kerk.” En ze kan maar niet zeggen wat ze denkt, al wordt ze geroemd om haar eerlijkheid.
Begrafenis
„Ongelooflijke mensen. God zegene hen”, zei de koningin na een massale aanhankelijkheidsbetuiging bij haar zestigjarig regeringsjubileum in 2012. Daarmee eindigt het boek, want –apart eigenlijk– het is pas acht jaar na publicatie vertaald, alsnog. De Nederlandse royaltyredacteur Rick Evers voegde er een naschrift over de achterliggende acht jaar aan toe.
Hoe vitaal ook, de avondschaduw valt over Elizabeths leven. Volgens de koninklijke traditie liggen er voor de koningin, haar man en haar oudste zoon scenario’s voor staatsbegrafenissen klaar die ze zelf hebben goedgekeurd.
Geen abdicatie
Haar functie overdragen? Toen George Carey in 2003 naar koningin Elizabeth toeging om te zeggen dat hij klaar was om af te treden als aartsbisschop van Canterbury, verzuchtte ze: „O, dat kan ik niet doen. Ik moet tot het einde doorgaan.” Het enige voorbehoud dat de vorstin tegenover haar nicht Margaret Rhodes maakte, was: „als ik alzheimer krijg, of een beroerte.” „Maar zelfs dan zou ze niet met pensioen gaan”, volgens Rhodes. Als de koningin niet meer in staat zou zijn haar ambt te vervullen, zou prins Charles regent worden. Maar Elizabeth blijft koningin.
Het gerucht dat ze bij haar vijfennegentigste verjaardag in 2021 haar koninklijke verplichtingen zou willen overdragen aan de ook al bejaarde kroonprins, die dan regent zou zijn, werden ten paleize prompt ontkend: „Er zijn geen plannen om het anders te gaan doen op vijfennegentigjarige leeftijd, of op welke leeftijd dan ook.”
Hoe de opvolger moet gaan heten? „Koning Charles III (of koning George VII, als hij voor een van zijn andere namen kiest, een die positievere associaties oproept).”
”Koningin Elizabeth II. De biografie”, Sally Bedell Smith. Uitg. Nieuw Amsterdam. ISBN 9789046826775; 720 blz.; € 42,99.