Vier Schiedamse taartjeseters willen dat justitieminister Ferd Grapperhaus de boetes kwijtscheldt die hun zijn aangezegd omdat ze de coronaregels zouden hebben overtreden. Op verzoek van de vier en diverse andere cliënten heeft de Rotterdamse advocaat Frank van Ardenne daarop Grapperhaus een brief gestuurd. Daarin vraagt hij om een „generaal pardon” voor mensen die een boete tegemoet kunnen zien wegens vermeende overtreding van de coronaregelgeving.

Bij de boete voor de taartjeseters ging het om een paar in Schiedam dat in mei dit jaar bezoek kreeg van hun ouders die met taart op de stoep stonden. Ze besloten de gebakjes buiten op te eten omdat een van de ouders geen trappen kon lopen. Vervolgens zegden handhavers boetes van 400 euro per persoon aan voor „samenscholing in de open lucht”.

In de brief aan Grapperhaus schrijft Van Ardenne dat de vier taartjeseters anderhalve meter afstand van elkaar hielden. Verder vraagt de advocaat zich af waarom de handhavers niet eerst waarschuwden voordat ze boetes uitdeelden.

Ook verwijst Van Ardenne naar de ophef rond de bruiloft van Grapperhaus afgelopen weekeinde, waar niet iedereen anderhalve meter afstand hield. Hij stelt dat de minister „aan de den lijve heeft ondervonden hoe ingewikkeld het is om te voldoen aan de coronaregelgeving”. Daarom vraagt de advocaat de minister een algemeen pardon af te kondigen voor iedereen die is beboet wegens vermeende overtreding van de coronaregels en het seponeren of herzien van de zaken tegen deze personen.