In Nederland ongeveer 15.000 besnijdenissen per jaar
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 15.000 jongens, voornamelijk moslims, besneden. Een deel van de ouders laat de besnijdenis in het land van herkomst, meestal Turkije of Marokko, verrichten. In Nederland vinden de meeste besnijdenissen onder narcose in het ziekenhuis plaats.
Dat zei prof. dr. Tom Schulpen, hoofd van het Kwaliteitsbureau van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, maandag. Wereldwijd ondergaat een op de zes jongens een besnijdenis. Dat komt neer op dertien miljoen besnijdenissen per jaar. Alleen al in de Verenigde Staten wordt bij de helft van de mannelijke kinderen de voorhuid van de penis verwijderd. Dat gebeurt meestal uit oogpunt van hygiëne.
De oorspronkelijke reden voor religieuze jongensbesnijdenis is ook hygiënisch, aldus Schulpen. Al voor het ontstaan van jodendom en islam was besnijdenis gangbaar onder de woestijnvolken in het Midden–Oosten. Het fijne zand dat bij zandstormen onder de voorhuid komt, was een bron van infecties.
De godsdiensten die de ingreep voorschrijven, zijn het jodendom, de islam en traditionele Afrikaanse religies. In het jodendom is de besnijdenis van een jongen op de achtste dag na zijn geboorte een teken van het verbond dat God in Genesis met Abraham en zijn nakomelingen heeft gesloten.
In de islam verschillen de wetsscholen van mening over het verplichte karakter van besnijdenis. De koran bevat geen duidelijke verplichting, maar vermeldt wel dat Ibrahim (Abraham) besneden was. In de eveneens gezaghebbende hadieth, een verzameling uitspraken van Mohammed, noemt de profeet besnijdenis als een van vijf dingen die „behoren tot de natuurlijke aanleg". De leeftijd waarop moslimjongetjes worden besneden, varieert.
In het begin van de jaren tachtig gingen artsen besnijdenissen in het ziekenhuis verrichten en ging het ziekenfonds de ingreep vergoeden. De reden daarvoor was dat artsen steeds vaker geconfronteerd werden met de kwalijke gevolgen van besnijdenissen die in Turkije en Marokko verricht waren, „door de plaatselijke kapper met een vies mes en zonder verdoving", aldus Schulpen.
In 1993 nam Schulpen het initiatief tot een project om de besnijdenis uit het ziekenhuis te halen. Het middelpunt van het feestelijke ritueel hoort volgens hem op het moment suprême in zijn mooiste kleren bij zijn familie te zijn en niet verdoofd op een operatiekamer te liggen. In Amsterdam, Utrecht en Rotterdam worden de meeste besnijdenissen inmiddels (veel goedkoper) door artsen onder plaatselijke verdoving in de wijkgebouwen van de GGD verricht.