Vakwerk op de micrometer
Een typische meidenstudie is allround verspaner bepaald niet. Dat feit weerhield Annefleur Verhoeven (18) er echter niet van om vol overtuiging voor deze praktische opleiding te kiezen. „In een lawaaierige werkplaats, achter mijn verspaningsmachine, ben ik in m’n element.”
Hele dagen in een klaslokaal zitten is niets voor Annefleur. „Ik werk het liefst met mijn handen en ga graag gewoon aan de slag”, zegt ze. Die praktische instelling komt haar in de bbl-opleiding allround verspaner (mbo, niveau 3) aan het Hoornbeeck College in Rotterdam goed van pas. „Voordeel van een bbl-opleiding is dat je vooral in de praktijk leert”, legt de 18-jarige uit.
Tijdens de eerste twee jaar van haar opleiding ging ze wekelijks een dag naar school. Afgelopen cursusjaar was dat nog maar een avond per week. Gemiddeld is ze zo’n vier à vierenhalve dag op de werkvloer te vinden. „School zie ik wel een beetje als bijzaak”, lacht de derdejaarsstudent. „In de praktijk leer je toch echt het meest.”
Annefleur volgt het praktische gedeelte van haar opleiding bij Peekstok Machining & Construction, een bedrijf in Hendrik-Ido-Ambacht dat is gespecialiseerd in het machinaal verspanen van verschillende materiaalsoorten. De inwoonster van Hendrik-Ido-Ambacht liep tijdens het vierde jaar van haar middelbareschoolopleiding aan het Wartburg College, locatie De Swaef in Rotterdam, al stage bij Peekstok. Dat beviel goed. „Na die stageperiode deed ik er vakantiewerk en uiteindelijk kon ik bij Peekstok terecht voor het praktijkdeel van mijn opleiding. Ideaal.”
Hitte
Het is nog niet zo eenvoudig uit te leggen wat verspanen precies is, vindt Annefleur. „Kort gezegd komt het erop neer dat je harde materialen, zoals een metalen staaf, op maat freest, boort of draait.” Dat doet ze niet met de hand, maar machinaal. Bij Peekstok is ze altijd achter dezelfde machine te vinden, een CNC-draaibank, Doosan Lynx 2100 LM. „Daarmee werk ik op tot op de micrometer nauwkeurig. Verspanen is precies werk, alles luistert heel nauw.”
In de werkplaats laat de student zien hoe dat machinaal verspanen in zijn werk gaat. Op haar werkbank ligt een werktekening. „Daarop kan ik zien wat ik moet verspanen”, legt ze uit. „Aan de hand daarvan weet ik hoe ik de machine moet instellen.”
De student pakt een metalen staaf, bevestigt die in de draaibank en sluit de deur van de Doosan. Ze kantelt het bedieningspaneel en toetst een aantal codes in. Daarop verspaant de machine –niet bepaald geluidloos– het materiaal in de juiste vorm. Tegen het raampje spat vloeistof op. Bij het draaien komt flink wat hitte vrij, legt Annefleur uit. „Daarom moet er tijdens het proces gekoeld worden. Dat gebeurt met een mengsel van water en olie.”
In principe gaat al het verspanen machinaal. „Het kan ook wel met de hand, maar dat kost veel tijd. Machinaal verspanen gaat sneller en is nauwkeuriger.”
De verspaande onderdelen zijn onder andere bedoeld voor vliegtuigen, schepen of gas- en waterleidingen, legt Annefleur uit. „Het ligt er net aan wat voor opdrachten we binnenkrijgen.”
Sceptisch
Het stond voor de inwoonster van Hendrik-Ido-Ambacht vast dat ze een studie ging volgen waarbij ze niet vijf dagen in de schoolbanken moest zitten. In eerste instantie wilde ze het hout in. Mede op advies van haar vader koos ze echter voor de richting metaal. „Ik ben namelijk vooral geïnteresseerd in de werking van machines en het is in de metaalsector makkelijker om later parttime te gaan werken. Daarnaast is omscholen van metaal naar hout goed mogelijk; omgekeerd gaat dat lastiger.”
In eerste instantie twijfelde ze wel aan haar keuze voor allround verspaner. Niet omdat de opleiding haar niet leuk leek, wel omdat ze zich afvroeg welke reacties ze zou krijgen. „Het is natuurlijk niet echt een meidenstudie, mensen vinden daar dan toch vaak van alles van.”
Reacties kwamen er inderdaad volop. Vanuit haar familie waren die onverdeeld positief, vanuit haar kenniskring soms ook wat sceptisch. „Sommigen vonden het maar apart dat ik deze studie wilde doen. Anderen vonden het juist interessant en wilden precies weten wat de opleiding inhoudt.”
Aan het werken in een mannenwereld moest Annefleur niet heel erg wennen. „Het scheelt dat ik alleen maar broers heb, ik ben tussen de mannen opgegroeid. Daarnaast zat ik op de middelbare school in een jongensklas.” Voor haar collega’s bij Peekstok was het wel even omschakelen dat er een vrouwelijke medewerker in de werkplaats rondliep. Vooral de oudere garde moest daar wel even aan wennen, weet de student. „De jongere collega’s stonden er minder van te kijken.”
Gereedschap
De opleiding duurt officieel drie jaar. Annefleur rondt hem echter in twee jaar af. „We hebben veel vrijheid om de vakken in ons eigen tempo te volgen”, zegt ze. „Dat is mooi. Hoe sneller ik klaar ben, hoe beter. Laat mij maar werken.”
Tijdens het dagdeel dat ze op het Hoornbeeck College te vinden is, krijgt ze vakken zoals materiaalleer, polytechniek –een combinatie van natuurkunde en wiskunde–, bedrijfsleer, Nederlands, burgerschap, godsdienst en verspanen. Dat laatste vak is het meest praktisch, zegt Annefleur. „We lopen dan af en toe naar de techniekhal van het Hoornbeeck College en De Swaef. Maar op school zijn we vooral theoretisch bezig. De praktijk van het vak leren we op onze werkplekken.” Omdat de opleiding op het Hoornbeeck in Rotterdam per leerjaar gemiddeld maar drie studenten telt, volgt ze het merendeel van de lessen samen met studenten van bijvoorbeeld de opleiding werktuigbouwkunde.
Discussie
De studente koos er bewust voor allround verspaner aan het Hoornbeeck College te volgen. Ze wist namelijk dat de opleiding in Rotterdam goed bekendstond. „Daarnaast is het fijn dat het een reformatorisch mbo is. We krijgen bijvoorbeeld bij het vak burgerschap handvatten aangereikt over hoe je het christen-zijn kunt uitdragen op de werkvloer.” Wel merkt ze dat ze het uitkomen voor het christen-zijn vooral in de prakijk leert. „Maar het is wel goed dat we tijdens de lessen soms met elkaar over bepaalde onderwerpen in discussie gaan. Dan leer je je in de ander in te leven en je eigen standpunt te verwoorden. Dat is leerzaam.”
De eerstvolgende jaren ziet ze zichzelf nog wel bij Peekstok werken. „Ik zou in de toekomst nog wel willen doorgroeien; CAD/CAM-programmeur lijkt me bijvoorbeeld wel wat. Dan houd je je bezig met het programmeren van het werk dat de machine moet uitvoeren. En misschien ga ik over een aantal jaar nog wel de opleiding verspaningstechnologie (mbo, niveau 4) volgen. Wie weet.”
serie
Speciale studies
Serie over jongeren die een niet-alledaagse studie volgen. Zo’n studie waarvan mensen zich afvragen: Wat kun je daar eigenlijk mee? Deel 7: Annefleur Verhoeven (18) uit Hendrik-Ido-Ambacht studeert allround verspaner aan het Hoornbeeck College in Rotterdam.