„Rusland op termijn ook binnen EU”
Er zijn geen principiële bezwaren om de Europese Unie op lange termijn uit te breiden met Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne en Balkanlanden. Dat stelde CDA-kamerlid Van Dijk zaterdag in Tubbergen tijdens een studiedag over het thema ”Christelijke politiek in Europa”.
„Het doel van de Europese Unie was het opbouwen van vreedzame relaties tussen landen met een langdurige geschiedenis van oorlogen en tegenstellingen. De Tweede Wereldoorlog lag nog vers in het geheugen. Zou het dan ook niet mogelijk zijn om met dat in het achterhoofd de Unie uit te breiden naar gebieden die misschien een andere ontwikkeling hebben doorgemaakt, maar wel dezelfde doelstellingen en waarden hebben?” zo vroeg Van Dijk zich af. Hij is van mening dat dat een opdracht is die „wij vanuit ons christelijke geloof hebben meegekregen.”
Volgens de christen-democraat is het niet per definitie nodig dat landen een christelijke of humanistische traditie hebben voor ze toe kunnen treden tot de EU. Het gaat erom of ze de waarden waarop de Unie rust, onderschrijven. Dat zijn ondermeer eerbied voor de menselijke waardigheid, gelijkheid en eerbiediging van mensenrechten.
Volgens Van Dijk kunnen ook islamitische landen deze waarden naleven: „Europa en christendom zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar de EU staat ook open voor anderen, mits ze zich in de doelstellingen en waarden van de Unie kunnen vinden. Wat dat betreft lijkt het wel het CDA: deze partij staat open voor iedereen, mits mensen zich in de uitgangspunten en de dagelijkse politiek kunnen herkennen.”
De christen-democraat, die na premier Balkenende de leerstoel christelijk-sociaal denken aan de VU in Amsterdam bekleedt, stelt twee voorwaarden aan de toetreding van Oost- en Zuid-Europese landen. In de eerste plaats moet ieder toekomstig lid voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen. „Als een land daar niet aan voldoet, is het jammer: dan komt het er niet in.” Volgens de EU-criteria moeten toekomstige lidstaten democratische rechtsstaten zijn, moeten ze een sociale markteconomie hebben en moeten ze bestaande Europese wetgeving overnemen.
In de tweede plaats kan de uitbreiding in de ogen van Van Dijk pas op lange termijn aan de orde komen. „Het is onverstandig om de EU op korte termijn verder uit te breiden dan met de vier waar we nu al heldere afspraken mee hebben: Roemenië, Bulgarije, Turkije en Kroatië.”
Van Dijk: „We moeten eerst zien hoe de Unie zal functioneren als deze landen zijn toegetreden. De EU heeft dan een bevolking van meer dan een half miljard mensen. Ik wil ook letten op het draagvlak. Veel mensen klagen al over de uitbreiding die we net achter de rug hebben. Als we te snel met de volgende komen, dan ebt het draagvlak weg.”
De verwachting is dat de toetreding van Turkije rond 2015 zal zijn.