„Verdergaan totdat Hij komt”
Friedensstimme heeft in het verleden veel geïnvesteerd in Turkmenistan: in vijf jaar zijn er tien gemeenten gesticht en negen evangelisten aangesteld. Ze zijn allen het land uitgezet.
Voor directeur M. J. Uijl een bewijs dat er niet gewacht kan worden met de verkondiging. „De hele wereld moet het weten. De deur in de zuidelijke republieken staat op een kier. Er zijn nog mogelijkheden om te doen wat gebeuren moet. Er is haast bij. We gaan verder totdat Hij komt.”
Stichting Friedensstimme vierde zaterdag in Barneveld het 25-jarig jubileum onder het motto ”Totdat Hij komt”. De dag werd bezocht door ongeveer 1500 bezoekers. De onverwachte val van het communisme bracht een grote ontwrichting teweeg, zei Uijl. „Welke kant moesten we op: humanitaire noodhulp of bijbelverspreiding? Het accent kwam op het laatste te liggen. Er zijn bevolkingsgroepen, in omvangrijke en ontoegankelijke gebieden, waar niemand van het Evangelie gehoord heeft, en waar geen enkele kerk gewerkt heeft. Ik zou u mee willen meenemen naar dorpjes die ondergaan in alcohol en afgoderij. Mensen vragen evangelisten om de jeugd te redden.”
De tijdgeest werkt ook door in Rusland, zo bleek uit het relaas van Andrej Joedintsev, evangelist in het Russische Kolpasjevo: „De schare luisterde drie dagen naar Jezus, zonder honger te krijgen. Tegenwoordig zitten ze langer voor de televisie dan dat ze naar de Bijbel kunnen luisteren. Het komt ook bij ons voor dat ze een paar uur blijven luisteren, maar dat is een zeldzaamheid. De honger van de ziel naar voedsel blijft echter bestaan. De vraag die voor ons geldt, is: Hoe brengen we de boodschap over?”
Andrej zat zelf drie en een halve jaar gevangen vanwege zijn werk voor de gemeente. „God heeft mij beschermd opdat ik mijn leven aan Hem zou wijden.”
Evangeliseren in Siberië geschiedt onder barre weersomstandigheden en op slechte wegen, zo vertelde hij. Het vereist ook nazorg om verder te praten en te helpen. „Soms luisteren de mensen wel, maar willen ze de stap naar bekering niet zetten. In een dorp duurde het vier jaar voordat de eersten tot bekering kwamen. Daarom is het nodig om te blijven gaan. Dat er veel voor ons gebeden wordt, bemoedigt ons erg.”
Andrej overhandigde een jubileumgeschenk van de christenen in Siberië, een schilderij met Russisch landschap, aan Uijl.
Evangelist Boelad Doesjsengaliev uit Kaskelen (Kazachstan) vertelde over zijn worsteling met zijn islamitische verleden. Zijn ouders waren moslims en hij moest, bijvoorbeeld bij begrafenissen, verschillende rituelen uitvoeren. „Ik voelde angst op zulke ogenblikken. Wat gebeurt er na het leven? Waarvoor leef ik eigenlijk?” Toen hij en zijn broer en zuster tot bekering kwamen, kwam de vervolging in de familie. „Ze hebben mijn broer en mij afgeranseld, ze hebben onze Bijbel afgepakt. Toen dat niets hielp, hebben ze ons weggejaagd.”
Het grootste probleem was echter de innerlijke strijd, zei hij. „Vroeger was ik atheïst en had ik geen enkele band met de islam, maar toen ik tot bekering kwam, begon ik te ontdekken dat de islam echt ín mij zat. Het werd mij duidelijk dat ik totaal verdorven was. Vier jaar geleden dacht ik: „Ik kan nooit christen blijven, ik word nooit een goede christen.” Dat is ook voor een moslim zo moeilijk: blijven op de weg van God. Het woord van een evangelist die me vertelde dat Jezus liefheeft tot het einde toe, dat gaf pas vrede.”
Ongeveer vijftig mensen behoren nu tot de gemeente van Kaskelen. De gemeente evangeliseert vooral op het platteland, waar mensen ontvankelijker zijn voor het Evangelie dan in de grote steden. „Maar ook daar wordt evangelisatie moeilijker”, zei hij. „Vier jaar lang konden we in het oosten van Kazachstan in elk dorp samenkomsten houden, maar de laatste keer dat we daar waren, wilden de mensen het in niet één dorp meer. In elk dorp verrijst een nieuwe moskee. Het is goed mogelijk dat de deuren daar binnenkort voor ons gesloten worden, zoals dat ook in Turkmenistan het geval is.”
Tijdens de dag werd een video getoond over evangelisatie uit Kazachstan, waar 50 miljoen moslims wonen. Het koor en het orkest van een Russische baptistengemeente uit Marienburg verleenden muzikale medewerking. Bezoekers konden tegen betaling meebouwen aan een ter plaatse opgesteld Russisch gebedshuis. De opbrengst, bestemd voor de actie ”Bouw gebedshuizen”, was 11.000 euro.
Voorzitter G. Thijsen memoriseerde in zijn openingswoord de kracht en betekenis van het gebed voor de vervolgde christenen. „Zij hebben steeds tegen ons gezegd: bid voor ons. Dat gaf hun kracht om te overleven.” De voorzitter merkte op dat „het tij keert. Er zijn meer signalen van toenemende verstoringen van diensten. De kern van de vijandschap tegen de christenen is steeds: ze zijn in Christus en willen Zijn voetstappen volgen. De vorst der duisternis zet alles op alles om het verspreiden van die boodschap te beletten, maar het zal hem niet gelukken.”