Onder leiding van oud-minister van Defensie Janez Jansa behaalde de partij volgens de eerste uitslagen rond de 29 procent van de stemmen. De centrumlinkse partij LDS van premier Anton Rop kwam uit op circa 23 procent.

Rop had zondagavond de nederlaag van zijn coalitie al erkend. Hij deed dat kort nadat uit peilingen was gebleken dat de coalitie van de oppositie een kleine voorsprong had. De conservatieve Democratische Partij (SDS) en bondgenoot Nieuw Slovenië (NSI) leken kort na sluiting van de stemlokalen al de winnaar te worden van de verkiezingen. Leider Janez Jansa van de SDS kondigde toen al de vorming aan van een centrumrechtse regering.

De SDS en NSI kregen samen 38 procent van de stemmen, goed voor 38 van de 90 zetels. De al twaalf jaar vrijwel onafgebroken regerende Liberaal Democratische Partij (LDS) van premier Anton Rop en de twee kleinere regeringspartijen Verenigde Lijst van Sociaal/Democraten (ZLSD) en de Democratische Gepensioneerdenpartij (DESUS) kregen gedrieën 37 procent en daarmee 37 zetels.

Sinds Slovenië in 1991 onafhankelijk werd, heeft de LDS vrijwel onafgebroken geregeerd, alleen of als deel van een coalitie. Eerder dit jaar zette de partij de kroon op haar werk met de toetreding tot de Europese Unie en de NAVO. Groeiende euroscepsis en een sluimerend grensgeschil met Kroatië kostten de LDS echter veel stemmen. Peilingen voorafgaand aan de verkiezingen voorspelden een nek-aan-nekrace.

In zijn overwinningstoespraak zei Jansa dat Slovenië hard toe is aan politieke veranderingen. „Wij hebben het programma en de mensen om die verandering door te voeren”, aldus Jansa, die minister van Defensie was ten tijde van de tiendaagse oorlog die Slovenië in 1991 de onafhankelijkheid bracht.

De Coalitie van Sociaal-Democraten, de coalitiegenoot van Rop, eindigde op rond de 10 procent van de stemmen. Twee bondgenoten van Jansa kwamen uit op 7 en 8 procent.

Circa 1,6 miljoen mensen mochten hun stem uitbrengen. De opkomst lag een stuk lager dan vier jaar geleden.