De mythe van Hezbollah ligt in Libanon aan duigen
Sinds de catastrofe in de haven van Beiroet staat de rol van Hezbollah in Libanon opnieuw in de schijnwerpers. De organisatie verliest in rap tempo krediet onder de bevolking.
De enorme explosie in de haven van Beiroet op 4 augustus opende een nieuwe pagina in de toch al pijnlijke geschiedenis van Libanon. Beiroet is niet onbekend met ontploffingen en aanslagen, maar zelfs voor Libanese begrippen was de catastrofe in de stad van ongekende omvang.
Libanon verkeerde voor deze ramp al in een grote financiële en economische crisis. Corrupte politieke elities frustreerden hervormingen die noodzakelijk waren om in aanmerking te komen voor kredieten van het Internationaal Monetair Fonds. In het verleden kon Libanon altijd rekenen op hulp uit de Arabische Golfstaten of vanuit het westen, maar dat lag de laatste tijd anders. Donorlanden wantrouwen de organisatie Hezbollah, die Libanon vrijwel volledig controleert. Hezbollah claimt het land te beschermen, maar in werkelijkheid brengt het militaire arsenaal van de organisatie het land in gevaar.
Jarenlang lag er 2750 ton ammonium nitraat opgeslagen in de haven van Beiroet. Uit documenten blijkt dat politici en veiligheidsdiensten hiervan op de hoogte waren. Sinds de ramp heeft Hezbollahleider Hassan Nasrallah er voortdurend op gehamerd dat zijn organisatie van niets wist, maar nog slechts weinigen in Libanon hechten waarde aan zijn woorden. De mythe van Hezbollah ligt in duigen.
Er circuleren video’s waarop leden van Hezbollah de haven van Beiroet de ”Poort van Fatima” noemen. Hezbollah kon hier, onttrokken aan het oog van de wereld, vrijelijk importeren en exporteren. Sinds de explosie van 4 augustus staan de activiteiten van de terreurbeweging plotseling in de schijnwerpers en het westen zou hier zijn voordeel mee moeten doen. Er liggen talloze resoluties van de VN-Veiligheidsraad in New York waarin de ontwapening van Hezbollah wordt geëist. Die zijn steeds weggelachen door Nasrallah, terwijl Europa de andere kant op keek.
Niet uitgesloten kan worden dat er dinsdag een nieuwe ‘explosie’ zal plaatsvinden in Libanon. Dit keer zullen er geen ramen sneuvelen of complete wijken met de grond worden gelijk gemaakt. Het zal eerder een politieke aardbeving zijn. Dinsdag doet het Internationale Strafhof in Den Haag namelijk uitspraak in de zaak van oud-premier Rafiq Hariri, die op 14 februari 2005 niet ver van de haven in Beiroet werd vermoord. Er zijn vier verdachten die in absentia veroordeeld zullen worden: alle vier leden van Hezbollah. Ze zijn ergens ondergedoken en worden door de organisatie beschermd. Wat zal er gebeuren in Libanon als het Strafhof Hezbollah inderdaad verantwoordelijk houdt voor de moord op Hariri? De sfeer in de straten van de Libanese hoofdstad is al gespannen en grimmig en het land kan geen nieuwe dramatische ontwikkelingen verdragen.
Sinds 4 augustus is duidelijk geworden dat in Libanon de kloof tussen regerenden en de burgers onoverbrugbaar is. Het Libanese volk eist over de gehele linie een internationaal onderzoek onder leiding van de Verenigde Naties naar de explosie in Beiroet. De Libanese politici roepen ondertussen in koor dat zoiets niet nodig is. De VN zullen volgens Nasrallah slechts proberen „om Israël vrij te pleiten.”