Opinie

Zorgprobleem niet werelds oplossen

Leefbaarheid wordt helemaal afhankelijk gemaakt van het kunnen beschikken over (materiële) voorzieningen, betoogt dr. C. P. Polderman naar aanleiding van een reactie op zijn artikel ”Vadertje Staat kan niet meer”.

1 October 2004 19:37Gewijzigd op 14 November 2020 01:42

In hun reactie op mijn artikel ”Vadertje Staat kan niet meer” (RD 18-9) stellen Dirk de Korne en Johan Polder dat bekering weinig houvast geeft voor het debat over de toekomst van de gezondheidszorg (RD 25-9).

Natuurlijk, zeggen deze reformatorische auteurs, bekering moet er wel zijn, maar je kunt met zo’n oproep weinig in de praktijk van alledag. Daar gelden nu eenmaal andere regels.

Mentaliteitsverandering
Gesteld wordt dat zorg een macro-economisch probleem is, dat niet met micromiddelen als bekering aangepakt moet worden.

Hier zit volgens mij de kern van ons meningsverschil. De Korne en Polder vinden het zorgprobleem een economisch probleem, terwijl ik deze problematiek op een niet-economische wijze benader. Vandaar mijn pleidooi voor een mentaliteitsverandering (= bekering).

Het is me inmiddels duidelijk geworden dat de zorg, bewust of onbewust, in grote delen van de reformatorische gezindte als een economisch probleem wordt gezien. Het gesprek gaat immers voornamelijk over de financiële aspecten van voorzieningen en regelingen en wordt veelal gevoerd door managers die het als hun belangrijkste taak zien te bemiddelen in de aan- en verkoop van zorg. De Korne en Polder zitten duidelijk ook op die lijn. Dit blijkt onder meer uit het feit dat ze het zorgprobleem van de vergrijzing zien als „een samenspel van epidemiologische, technologische en beleidsmatige ontwikkelingen.” Met wat ingrepen kan dit volgens hen best beheersbaar worden gemaakt…

Mijn probleem nú is dat ik de ruimte niet heb om de door hen gesignaleerde misverstanden en onzinnigheden stuk voor stuk te weerleggen, wat ik heel graag zou doen. Ik beperk me daarom tot een korte toelichting op mijn verhaal van 18-9.

Ik heb daarin geprobeerd duidelijk te maken, en ik herhaal het hier, dat sociale zorg een ethisch probleem is, dat in de kern van de zaak verbonden is aan het omgaan met het gebod van naastenlíéfde.

Meegeseculariseerd
Omdat Nederlandse christenen heden ten dage in een geseculariseerd land leven waarin sociale zorg economisch wordt benaderd (denk aan „opgebouwde rechten”, het spreken over „schadegevallen” en de daaraan verbonden „vergoedingen” enz., enz.), hebben we daar ook in onze gezindte een behoorlijke tik van meegekregen. Het inademen van deze atmosfeer (met name ook op onze niet-christelijke universiteiten) heeft ertoe geleid dat ons denken en doen behoorlijk zijn meegeseculariseerd.

De schoen gaat pas echt wringen als gepoogd wordt een ethisch probleem op te lossen met economische dwangmiddelen, bijvoorbeeld een vermogenstoets, zoals De Korne en Polder voorstellen.

Zorg is nu eenmaal méér dan het kunnen beschikken over allerlei nuttige gezondheidszorgvoorzieningen, zoals nieuwe heupen, rollators, seniorenhuisvesting en vul maar in; een eindeloze verlanglijst. Allemaal bedoeld om het leven leefbaar te maken/houden, zeggen de Nederlanders om ons heen. En… wij stemmen daarmee in.

De grote vergissing die hier gemaakt wordt -en het gekke is dat wij dat vanuit onze opvoeding ook wel weten- is dat leefbaarheid ten onrechte helemaal afhankelijk wordt gemaakt van het kunnen beschikken over (materiële) voorzieningen. Omdat we het bewijzen van praktische naastenliefde verleerd hebben door alle drukte die we hebben, kiezen velen onder ons uit geestelijke armoede voor de wereldse oplossing van het zorgprobleem.

Bekering, en dat begint op microniveau, houdt in dat we meer oog krijgen voor de mens als schepsel Gods met een eeuwigheidsbestemming en dat we naastenliefde in praktijk (gaan) brengen. Dat laatste mag niet overgedragen of uitbesteed worden aan ambtsdragers/geestelijken of aan (christelijke) zorginstellingen, maar moet ook en vooral door individuele christenen worden gepraktiseerd. Ieder kan in zijn eigen micro-omgeving (gezin, familie, kerkelijke gemeenschap, buurt) daarmee beginnen.

Aantrekkelijk
Daar heb je geen vergunning voor nodig. Het aan deze bekering verbonden ’voordeel’ zal zijn dat de kerk (ik bedoel hier niet een instituut, maar de kerk als organisme, zoals Zondag 21 van de Heidelberger Catechismus daarover spreekt) aantrekkelijk zal worden voor de wereld. We weten dat dit de kracht was van de vroegchristelijke kerk in het verleden en de kracht van de verdrukte kerk nu.

Mentaliteitsveranderingen beginnen klein en hebben grote gevolgen. In de eerste plaats zijn dat welzijnswinsten, omdat niet langer rechthebbend maar dankbaar en uitziend wordt geleefd. Maar -en ik kijk nu even naar De Korne en Polder- er zijn ook welváártswinsten ter behalen, omdat deze leefstijl naar mijn overtuiging enorme kostenbesparingen gaat opleveren.

Om het nog wat concreter te maken voor de lezers die niet willen nadenken over de onderliggende problematiek maar om oplossingen en praktisch uitvoerbare adviezen vragen, stel ik voor om per 1 januari 2006 genoegen te nemen met het pakket van de verplichte basisverzekering, en de daardoor vrijkomende middelen sociaal in te zetten.

voetnoot (u17(De auteur is docent aan de Hogeschool Zeeland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer