‘Kleine ondernemer draait op voor verduurzaming industrie’
Niet de twaalf meest vervuilende bedrijven van Nederland, maar mkb-ondernemingen dragen relatief veel bij aan de verduurzaming van de industrie. De grote vervuilers worden door allerlei vrijstellingen grotendeels buiten schot gehouden. Dat stelt Milieudefensie op basis van informatie die het met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (wob) verkreeg.
De Nederlandse industrie moet bijdragen aan een subsidiepot die oploopt tot 550 miljoen euro per jaar in 2030. De twaalf grootste vervuilers, vijf olieraffinaderijen, zes chemiebedrijven en staalmaker Tata Steel, zijn gezamenlijk goed voor een vijfde van alle CO2-uitstoot in Nederland en twee derde van de uitstoot van de gehele Nederlandse industrie. De twaalf ondernemingen betalen zelfs minder dan een vijfde van het aandeel van de industrie aan de subsidies. Kleinere ondernemingen draaien voor de rest op terwijl zij nauwelijks gebruik kunnen maken van de subsidies.
De grote vervuilers profiteren van een laag belastingtarief en een reeks van vrijstellingen. Tata Steel draagt daarom volgens Milieudefensie zelfs niets bij. „Minister Wiebes beloofde de Tweede Kamer dat de industrie haar eigen vergroening betaalt, waarbij de rekening komt te liggen bij de grootverbruikers. De twaalf grootste vervuilers zijn ook grootverbruiker. En nu blijkt dat Wiebes hen uit de wind houdt”, zegt Freek Bersch, campagneleider van Milieudefensie. „Het wordt tijd dat zij echt hun eigen verduurzaming betalen.”
Volgens Milieudefensie betalen huishoudens, maar ook ziekenhuizen en scholen verhoudingsgewijs meer bij aan de verduurzaming van Nederland. „De meeste mensen dragen graag bij aan het bestrijden van klimaatverandering, ook ondernemers. Maar het is niet uit te leggen dat juist de grootste vervuilers het zuurverdiende geld van kleinere fabrikanten mogen gebruiken om bijvoorbeeld hun CO2 onder de grond te stoppen”, aldus Bersch.