Bedrijf zit niet meer vast aan arbodienst
Bedrijven zijn in de toekomst niet meer verplicht een arbodienst in de arm te nemen. Een bedrijf mag dan ook een andere partij, bijvoorbeeld een brancheorganisatie, inschakelen. Daarvoor is dan wel de instemming vereist van vakbonden, ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
Dit staat in een wetsvoorstel dat staatsecretaris Van Hoof (Sociale Zaken) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Eerder drong de Sociaal–Economische Raad aan op meer vrijheid voor ondernemingen bij het arbobeleid. Dit is vooral een wens van het midden– en kleinbedrijf (MKB). Uit onderzoek is gebleken dat veel kleine(re) ondernemingen het contract met hun arbodienst zouden opzeggen, als ze dat zouden mogen.
Als ondernemingen geen gebruik maken van een arbodienst, moeten ze er wel voor zorgen dat op een andere manier goed wordt gezorgd voor de arbeidsomstandigheden. Er moet altijd een contract zijn met een bedrijfsarts. Ook worden eisen gesteld aan de deskundige die de risico–inventarisatie en –evaluatie van de bedrijven toetst. In dat stuk wordt vastgelegd wat gedaan wordt aan verbetering van de arbeidsomstandigheden.
Voor kleine ondernemingen zijn de kosten van zo’n toets naar verhouding hoog. Daarom mogen bedrijven met minder dan tien werknemers in de toekomst werken met een standaardlijst bij de risico–inventarisatie en –evaluatie, maar die moet dan wel in de CAO worden vastgelegd. De verplichte toets mag dan achterwege blijven.