Schietincident bij Witte Huis, Trump in veiligheid gebracht
De Amerikaanse president Donald Trump is maandagavond in veiligheid gebracht nadat er in de buurt van het Witte Huis was geschoten. Een persconferentie werd onderbroken toen beveiligers Trump kwamen halen om hem naar de Oval Office te brengen. De verdachte is neergeschoten door de Secret Service en naar het ziekenhuis gebracht.
De persconferentie was rond zes uur ’s avonds (plaatselijke tijd) enkele minuten aan de gang toen agenten van de Secret Service de president uit de persruimte kwamen ophalen. Daarbij werd niet uitgelegd waarom de persconferentie op dat moment werd onderbroken. Onder anderen minister van financiën Steve Mnuchin werd ook opgehaald en de kamer werd afgesloten.
Trump keerde even daarna terug in de persruimte en vertelde toen dat een gewapende man door de Secret Service of de politie zou zijn neergeschoten bij het Witte Huis. Dat zou een klein stukje buiten de hekken rond het Witte Huis zijn gebeurd. „Het lijkt allemaal goed onder controle”, aldus de president, die zei niet te weten hoe het gaat met de neergeschoten man.
De Secret Service meldt in een verklaring dat een 51-jarige man een medewerker van de beveiligingsdienst benaderde en zei dat hij gewapend was. Daarop rende de man op de bewaker af en leek hij naar een „voorwerp” in zijn kleding te grijpen.
De verdachte nam daarbij een schiethouding aan, waarop de bewaker besloot het vuur te openen en de man in de borst trof. Naast de verdachte werd ook de bewaker na het schietincident naar een ziekenhuis overgebracht.
Twee politiebronnen zeggen tegen nieuwszender CNN dat de verdachte ongewapend was. Een regeringsfunctionaris stelt juist dat er sprake was van een schutter in de buurt van het Witte Huis die is ingerekend.