Buitenland

Kerry en Bush kruisen de degens over Irak

De Amerikaanse president George Bush en senator John Kerry hebben donderdag, in het eerste van drie televisiedebatten in de aanloop naar de verkiezingen begin november, de degens gekruist over de oorlog in Irak. Het onderwerp van dit eerste debat in de universiteit van Miami in Florida betrof het Amerikaanse veiligheids- en buitenlands beleid in het algemeen, maar het waren vooral de oorlog in Irak en de nucleaire dreiging van Noord-Korea die de aandacht kregen.

Van onze correspondent
1 October 2004 11:50Gewijzigd op 14 November 2020 01:42
NEW YORK - President George W. Bush beantwoordt een vraag tijdens het debat met de Verenigde Staten. Dit is de eerste van de drie geplande op de televisie uitgezonden debatten. Foto ANP
NEW YORK - President George W. Bush beantwoordt een vraag tijdens het debat met de Verenigde Staten. Dit is de eerste van de drie geplande op de televisie uitgezonden debatten. Foto ANP

De Republikeinse president Bush viel zijn Democratische rivaal herhaaldelijk aan op diens tegenstrijdige meningen over Irak. „Dat geeft de verkeerde boodschap aan onze troepen en onze bondgenoten en dat is ook de verkeerde boodschap voor onze tegenstanders”, aldus Bush. Senator Kerry stemde indertijd voor de volmacht voor de president om militair geweld tegen Irak te gebruiken, maar hij stemde later tegen de financiering van de oorlog. „Ik heb een fout gemaakt in de manier waarop ik over de oorlog sprak, maar de president maakte een fout door Irak binnen te vallen. Wat is erger?” antwoordde Kerry.

Het ging donderdag om een indirect debat, geleid door Jim Lehrer van de omroep PBS (Public Broadcasting System) die ook in 2000 een van de verkiezingsdebatten leidde. De kandidaten kregen afwisselend vragen die van tevoren waren doorgenomen. Zij konden daarop twee minuten antwoorden en de andere kandidaat kon daar dan weer anderhalve minuut op reageren. Kleine ’verkeerslichtjes’ op hun microfoons waarschuwden wanneer hun spreektijd ten einde liep of was verstreken. Vooral de Democraten hadden bij de voorbesprekingen voor de debatten moeite met dit systeem, omdat Kerry bekendstaat om zijn lange uitwijdingen.

De senator hield zich echter goed aan zijn tijd, net als de president, die consequent hamerde op zijn boodschap dat Amerika en de wereld veiliger zijn nu het regime van Saddam Hussein is verdwenen. Kerry noemde de beslissing voor de invasie in Irak „een kolossale beoordelingsfout” van de kant van de president, omdat de oorlog de situatie in het Midden-Oosten destabiliseert en afleidt van de „werkelijke oorlog tegen het internationaal terrorisme.” De senator beschuldigde Bush er verder van Washingtons bondgenoten van Amerika vervreemd te hebben, „waardoor er vooral Amerikanen sneuvelen in Irak en wij daar met 200 miljard dollar ook de grootste financiële last dragen.”

Dit bedrag is overdreven. In feite hebben de VS tot nu toe 120 miljard dollar aan de oorlog in Irak uitgegeven. Kerry telde daar het Irak-budget van het komende begrotingsjaar bij.

Bush beschuldigde Kerry op zijn beurt van „onrealistische plannen” voor Irak door te suggereren dat hij als president de Amerikaanse troepen binnen zes maanden uit Irak zou terugtrekken. In feite heeft Kerry gezegd dat hij „hoopte” in de eerste zes maanden van zijn presidentschap een „begin” te kunnen maken met de terugtrekking van Amerikaanse troepen. Los van dergelijke onnauwkeurigheden of overdrijvingen waren beide kandidaten het ook oneens over Noord-Korea. Door dit probleem niet aan te pakken, heeft het regime in Pyongyang zich volgens Kerry ontwikkeld tot een „nucleaire bedreiging.” Bush wees op de multilaterale onderhandelingen met Noord-Korea waarbij ook de Chinezen betrokken zijn. Dat is volgens hem de beste weg om dit probleem op te lossen.

Echt nieuws had geen van beide kandidaten te melden. Waar het volgens deskundigen en opiniepeilers vooral om gaat is de manier waarop de kandidaten zich tijdens zulke debatten gedragen, hoe zij reageren, aanvallen of verdedigen. Lichaamstaal en mimiek zouden daar een belangrijke rol bij spelen. Hoe de Amerikaanse kiezers op dit eerste debat reageren, zullen de komende opiniepeilingen uitwijzen.

Er volgen op 8 en 13 oktober nog twee debatten, terwijl vice-president Dick Cheney en zijn Democratische rivaal senator John Edwards hun enige debat volgende week dinsdag houden. De verkiezingen hebben plaats op dinsdag 2 november.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer