Regering Venezuela wil misstanden in de cel aanpakken
De machtigste man in Venezuela is een ex- gevangene, maar president Hugo Chavez had tot op heden weinig oog voor de onmenselijke toestanden in de Venezolaanse gevangenissen.
Misschien is daar vorige week verandering in gekomen. Toen kwamen bij een gevangenisopstand in Uribana zes gedetineerden om; in andere gevangenissen in het land stierven nog eens zeven mensen. De regering zegt nu dat ze de problemen in de gevangenissen wil aanpakken.
De Venezolaanse cellen zitten overvol, er zijn te weinig bewakers, misdaadorganisaties schrijven er de wet voor en er is zelfs niet genoeg geld om de gevangeniskeukens draaiende te houden. Dat zorgt in de cellen voor spanningen die zich geregeld ontladen. Begin vorige week gingen gevangenen in Uribana elkaar en hun bewakers met messen en vuurwapens te lijf. Behalve de zes doden, van wie er enkelen onthoofd waren, vielen er ook 35 gewonden. Door de media-aandacht voor de spectaculaire opstand is de druk op de regering toegenomen om iets te ondernemen.
Minister van Binnenlandse Zaken en Justitie Jesse Chacon, die net als president Chavez begin jaren ’90 na een mislukte staatsgreep zelf achter de tralies belandde, heeft beloofd dat hij de gerechtelijke achterstanden zal wegwerken, zodat het aantal mensen in voorlopige hechtenis daalt. Er komen ook nieuwe gevangenissen, terwijl er meer zorg zal worden besteed aan de selectie en de arbeidsvoorwaarden van de cipiers. De regering wil er ook op toezien dat de Guardia Nacional, een militaire politie-eenheid die de omgeving van de gevangenissen bewaakt en bij opstanden tussenbeide komt, geen onnodig geweld gebruikt.
Maar de uitdaging is enorm. Dit jaar vielen er in de Venezolaanse gevangenissen al 225 doden. De meeste slachtoffers werden vermoord door hun medegevangenen. In de eerste helft van vorig jaar telde de hulporganisatie Provea 250 sterfgevallen in de Venezolaanse gevangenissen; voor heel 2002 waren het er 317. De meeste gedetineerden sterven bij opstanden, vechtpartijen, afrekeningen tussen misdaadbendes, hongerstakingen en folteringen door bewakers, zegt Humberto Prado van de Observatorio Venezolano de Prisiones. Deze niet-gouvernementele organisatie zet zich in voor verbeteringen in het gevangeniswezen.
Venezuela telt 32 huizen van bewaring die samen ruimte hebben voor 16.000 gevangenen. Momenteel herbergen die instellingen bijna 20.000 mensen. Minder dan de helft van hen zit een straf uit, de overigen wachten nog op een definitief oordeel in hun zaak.
„Meer repressie lost niets op”, zegt Ana Martinez, de moeder van een gedetineerde in La Planta, een gevangenis in Caracas. „De gevangenen moeten werk krijgen en kansen om te studeren of aan sport te doen. En er moet iets gedaan worden aan de macht van de georganiseerde misdaad in de cellen.” De meest voor de hand liggende maatregel is meer cipiers werven. In La Planta houden zeven of acht bewakers toezicht op 1100 gevangen. Maar er moet op veel vlakken geïnvesteerd worden. Venezolaanse gevangenissen beschikken nu bijvoorbeeld over gemiddeld 50 eurocent per dag om een gevangene te eten te geven.