Binnenland

„Elke minister moet kunnen invallen”

Buiten de vergaderzaal ouderwetse demonstraties, binnen enkele staatkundige nieuwigheidjes. Dat kenmerkte de algemene beschouwingen anno 2004. SGP’er Van der Vlies, nestor van de Kamer: „Aan het begin van het debat een motie indienen, schept duidelijkheid. Ik heb daar geen bezwaar tegen.”

1 October 2004 10:46Gewijzigd op 14 November 2020 01:42
VAN DER VLIES …corrigerend optreden…
VAN DER VLIES …corrigerend optreden…

Het gebeurde woensdagavond, aan het eind van de algemene beschouwingen. SGP-kamerlid Van der Vlies kon het niet laten VVD-leider Van Aartsen op de vingers te tikken.

Een halfuurtje eerder had de liberale voorman verwezen naar de motie-Keuchenius „uit het jaar 1868.” Ook die motie had immers geheel nieuw staatsrecht geschapen en de basis gelegd voor de huidige ministeriële verantwoordelijkheid? Welnu, iets vergelijkbaars was er nu weer aan de hand, nu CDA, VVD en D66 al in eerste termijn een motie indienden om de miljoenennota voor 1,1 miljard euro te verbouwen, aldus Van Aartsen.

Hier móést oud-docent Van der Vlies even corrigerend optreden. „U bedoelde waarschijnlijk het jaar 1866.” De vergissing was mogelijk ontstaan, zo doceerde de SGP’er verder, doordat in het jaar 1868 Thorbecke kritiek uitte op de uitwerking van een deel van de motie-Keuchenius. De fout was Van Aartsen vergeven, maar Van der Vlies wilde het wel gezegd hebben.

Het voorval bevestigt het imago dat de SGP’er, in 1981 in de Kamer gekomen en daarmee nestor onder de kamerleden, de laatste jaren heeft opgebouwd. Dat van staatsrechtelijk geweten van het parlement, een titulatuur die vroeger de GPV’er Schutte aankleefde.

Maar wat vindt u nu eigenlijk van het al aan het begin van een debat een motie indienen? Wie dat doet, is blijkbaar niet meer geïnteresseerd in het antwoord van het kabinet.

„Zo kun je het zien. Toch heeft het kabinet zich in dit geval niet aan deze werkwijze gestoord. Er is nog een andere kant aan de zaak: het meteen indienen van zo’n motie schept een hoop duidelijkheid. Vaak sleept dit soort debatten zich voort doordat de oppositie de coalitie maar blijft bevragen op de precieze inhoud van hun plannen. Dat tijdsverlies is deze week voorkomen. Daar komt bij dat het reglement van orde deze werkwijze toestaat. Ik heb er daarom geen bezwaar tegen. Maar het moet natuurlijk niet te vaak gebeuren. Dan zou je het debat al te zeer uithollen.”

Waarom hebt u de motie inhoudelijk gesteund? Zij vraagt, onder meer, om 20 miljoen euro subsidie voor de filmwereld.

„Dat is ook de kanttekening die ik er in het debat bij gemaakt heb. Met dit element uit de motie ben ik het niet eens. Ook heb ik er bezwaar tegen dat onderdelen uit de motie nadelig kunnen uitpakken voor grote gezinnen. Daarom neemt de SGP de vrijheid om, als het plan van de coalitie de komende tijd nader wordt uitgewerkt, toch nog tegen bepaalde onderdelen ervan te stemmen. Nu werd ons echter om steun gevraagd voor een heel breed pakket van maar liefst 1,1 miljard aan wijzigingsvoorstellen. Met dit pakket wordt het kabinetsbeleid aanzienlijk versoepeld en verzacht. Daarom kónden wij daar niet tegen zijn. Dat de oppositie, uitgezonderd de LPF, tegen de motie heeft gestemd, begrijp ik niet. Zij staat nu geheel met lege handen. En dat is oppositie om de oppositie. Daar is de SGP wars van.”

Een andere nieuwigheid was dat een liberaal de christen-democratische premier moest vervangen. Is dat staatsrechtelijk wel in de haak?

„Het is de meest logische oplossing, die bovendien formeel is vastgelegd. Een staatsrechtelijke grondregel is dat er eenheid van regeringsbeleid moet zijn en dat het kabinet met één mond spreekt. De premier is slechts primus inter pares. Zo bezien mag het geen verschil maken of Balkenende of Zalm de algemene beschouwingen doet. Eigenlijk moet elke willekeurige minister kunnen invallen voor de premier.

Zou de ziekte van Balkenende onverhoopt langer gaan duren, dan moet wellicht een andere oplossing worden gezocht. Ik kan me voorstellen dat het CDA er dan moeite mee gaat krijgen dat een VVD’er het boegbeeld van het kabinet is. Maar zou Van der Hoeven of Donner waarnemend premier worden, dan krijg je toch een ingewikkelde carrousel. Zij moeten op hun departement ook weer vervangen worden door een collega. Aan zo’n operatie moet je niet te snel beginnen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer