Hopman met unieke ballonvaart herdacht
Door middel van een ballonvaart in de vroege ochtenduren van Rotterdam naar Delft met twee heteluchtballonnen is donderdag herdacht dat 200 jaar geleden Abraham Hopman als eerste Nederlander het luchtruim koos.
Nadat Hopman in 1804 in Amsterdam enkele vergeefse pogingen had gedaan om met zijn heteluchtballon ”Lust tot onderzoek” op te stijgen, week hij uit naar Rotterdam. De Amsterdammers namen hem zijn vruchteloze inspanningen nogal kwalijk, waardoor Hopman het beter vond om het pionierswerk elders voort te zetten. Op 29 september 1804 kreeg hij de ballon in Rotterdam wel in de lucht. Omdat hij de Noordzee naderde, zette Hopman na bijna een uur de ballon in Schiedam aan de grond. Daarbij kwam het luchtvaartuig tegen een slootkant, waardoor de piloot uit de mand kieperde. Hierdoor werd de ballon ineens een stuk lichter en schoot die leeg de lucht in. Uiteindelijk kwam het gevaarte in Wassenaar aan de grond.
Bij het opstijgen van de herdenkingsballonnen lijkt het er even op dat ze ook van Rotterdam naar Schiedam zullen varen. Maar later verandert de windrichting iets, waardoor de stad letterlijk links blijft liggen. De in totaal twintig personen aan boord van de twee ballonnen treuren er niet om. De wind brengt het gezelschap pal boven Rotterdam, dat er op deze vroege morgen, verlicht met honderdduizenden lampen, vanuit de lucht magnifiek uitziet. Langzaam ontwaakt de stad en in hetzelfde tempo gaat het ballonduo richting centrum. Vroege passanten kijken verbaasd op als het ontsteken van de branders de luchtvaartuigen in een feeërieke gloed zet.
Boven de Maas, op 150 meter hoogte op de Euromast aankoersend, rollen de superlatieven bij piloot Michael Kruseman van ballonbedrijf Four Color Ballooning uit de mond. „Dit is superindrukwekkend. Fantastisch, wat een pracht. Rotterdam is toch wel de mooiste stad om boven te varen.” Kruseman is overigens wel wat gewend. In tien jaar tijd maakte hij zo’n 2000 ballonvaarten. In de andere ballon voert Willem Hijnink het commando. Deze twee piloten zijn de enige Nederlandse heteluchtballonvaarders die op dit vroege tijdstip van de dag mogen varen. Dit maakt deze ballonvaart uniek. In Nederland is in verband met de weersomstandigheden een dergelijke vlucht bij ochtendgloren hooguit vijf keer per jaar mogelijk.
Via het Centraal Station koersen de ballonnen richting Rotterdam Airport. „Mag dat zomaar?” vraagt een van de passagiers. „Jawel”, zegt Kruseman. „We hebben toestemming om op minimaal 1500 meter hoogte over de luchthaven te varen.” Het is even na 07.00 uur en er start juist een vliegtuig van Transavia. Loodrecht op de vaarlijn van de ballonnen. Maar die hangen op drie veilige vaarminuten afstand en zitten een stuk hoger dan de startende Boeing 737.
Twintig minuten later verdrijft de opkomende zon de lichte grondmist die her en der aanwezig is. Boven Schiedam is een dikke nevel gele smog zichtbaar, afkomstig van de petrochemische industrie in de Botlek. Na ruim anderhalf uur vindt Kruseman het tijd om te landen. Voor een goede plek koerst hij over de A13. Richting Rotterdam zorgt die noodzakelijke oversteek op lage hoogte direct voor een file, omdat alle verkeer ineens veel langzamer gaat rijden. Chauffeurs claxonneren en zwaaien.
De landing is er een uit het boekje: de mand blijft rechtop staan. Abraham Hopman is met deze vaart op waardige wijze herdacht.