14 jaar cel voor oude Rotterdamse moordzaak
Een 73-jarige Rotterdammer is veroordeeld tot 14 jaar cel voor een moord in 1991. Chandrikapersad R. had twee levensverzekeringen op het slachtoffer afgesloten, waardoor zijn dood hem veel geld opleverde. R. heeft altijd ontkend.
Het 39-jarige slachtoffer is „op een buitengewoon brute wijze om het leven gebracht”, aldus de rechtbank. „Het slachtoffer is meermalen tegen zijn lichaam geslagen en gestompt en vervolgens vastgebonden in de laadbak van zijn auto gelegd. Daar is hij op 8 september 1991 door een voorbijganger gevonden.” Omdat R. ontkent iets met de dood van de man te maken te hebben, is nooit duidelijk geworden wat zich die fatale dagen heeft afgespeeld.
De man was in 1988 tegen betaling een schijnhuwelijk aangegaan met de huisgenote van R. om zo een verblijfsvergunning in Nederland te krijgen. Hij is vervolgens door de Rotterdammer en zijn huisgenote financieel uitgebuit. Kort voordat zijn afhankelijkheid zou eindigen - in die tijd waren drie huwelijksjaren nodig voor een verblijfsvergunning - maakte R. zichzelf enig begunstigde van een van de levensverzekeringen en niet lang daarna overleed het slachtoffer.
„De verdachte heeft zich laten leiden door zijn zucht naar geld, het enige voorstelbare motief voor de dood van het slachtoffer. Hiervoor werd het leven van een ander opgeofferd”, aldus de rechtbank.
De straf is twee jaar lager dan de eis van het Openbaar Ministerie. Dat komt onder meer omdat de rechtbank rekening heeft gehouden met de leeftijd van R.