„Regelmatig overleg met kerken belangrijk”
Alle bedehuizen van Capelle aan den IJssel kent ze inmiddels vanbinnen. Bovendien overlegt burgemeester J. J. van Doorne tweemaal per jaar met de kerken. „Ik vind het belangrijk om te weten wat er speelt. Kerk en staat zijn duidelijk gescheiden, maar elke kerkelijke gemeente maakt onderdeel uit van een burgerlijke gemeente.”
„Mijn voorganger is begonnen met het kerkenoverleg. Toen ik zes jaar geleden burgemeester werd, ben ik er vanzelfsprekend mee doorgegaan. Vaak luister ik alleen maar, een dominee is voorzitter van het beraad.”Tijdens het laatste overleg waren vertegenwoordigers aanwezig uit de hervormde gemeente, de gereformeerde gemeente en het hervormd lokaal. De burgemeester vindt het jammer dat niet alle kerken vertegenwoordigd zijn. „We proberen al jaren de Molukse kerken bij het overleg te betrekken, maar tot op heden is dat niet gelukt.” Ook vertegenwoordigers van de oud gereformeerde gemeente in Nederland ontbreken.
Het doel van het kerkenoverleg is bevordering van de samenwerking tussen het gemeentebestuur en de kerken. „Een mooi resultaat is het rampenplan, waarin de kerken ook een functie toebedeeld krijgen. Bij een eventuele ramp verlenen ambtsdragers geestelijke zorg, bijvoorbeeld in het mortuarium. Dat is zelfs al een keer geoefend.”
De burgemeester heeft ook met de kerken gesproken over de vervaging van het normbesef. „Mensen moeten zich gaan afvragen hoe zij in het dagelijks leven met normen en waarden moeten omgaan. Kerken kunnen hen daarin beter stimuleren dan de overheid. Natuurlijk zoeken wij vanuit de gemeente ook naar wegen om de discussie aan te zwengelen, maar we hebben daar nog geen goede vorm voor gevonden. Gouda heeft dat wel met zijn tien gouden regels, maar de invoering daarvan kost veel geld en dat hebben wij hier niet beschikbaar.”
Van Doorne benadrukt dat zij als bestuurder aan tafel zit, en niet als vertegenwoordiger van de politiek. „Tijdens een vorig overleg klonk de roep om subsidie voor godsdienstonderwijs. Maar daar is het overleg niet voor bedoeld. Het is geen kortere weg om iets op politiek niveau voor elkaar te krijgen.”
Naast het kerkenoverleg ziet de burgemeester kerkenraadsleden maar mondjesmaat. „Sommigen zie ik wel eens tijdens de raadsvergadering op de publieke tribune. Maar ik ken hen natuurlijk niet allemaal.”
In het begin van haar ambtsperiode bezocht de burgemeester alle kerken van Capelle aan den IJssel. „Het heeft me heel wat zondagen gekost. Overal was ik welkom. Uit respect voor de gewoonte droeg ik in sommige gemeenten een hoed. Tijdens de dienst keek ik goed wat de andere kerkgangers deden, want zelf ben ik niet kerkelijk. Soms deed ik iets fout, maar dat werd me niet kwalijk genomen.”
Van Doorne was onder de indruk van de hechte band tussen de gemeenteleden. „Daar gaat kracht van uit.” Heel bijzonder vond de burgemeester ook dat zij werd opgedragen in het gebed. „Daaruit blijkt een zekere betrokkenheid tussen kerk en politiek.”
Ook bij het opspelden van koninklijke onderscheidingen ontmoet de burgemeester regelmatig kerkenraadsleden. Dat was twee weken geleden nog het geval in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente, waar vier ambtsdragers een lintje kregen opgespeld. „Een bijzondere ervaring. Wat ik miste was het applaus na het opspelden. Ik begreep dat de mensen hun werk niet als eigen verdienste zien, maar als van God gekregen.”
Dit is het laatste deel uit een korte serie artikelen over de betrokkenheid van kerken bij de politiek. Het hoofdbestuur van de SGP stelde vorige week dat kerken daarvoor meer interesse moeten tonen.