De zaak rond Ahold vloeit voort uit het boekhoudschandaal dat begin 2003 naar buiten kwam. Er was geknoeid met inkoopkortingen bij dochterbedrijf US Foodservice en er waren geheime afspraken gemaakt over de zeggenschap bij dochterbedrijven in Zuid–Amerika en Zweden. Deze side letters bevatten geheime afspraken tussen Ahold en andere partijen die niet in de contracten stonden vermeld.

Justitie oordeelt dat Ahold onterecht de volledige resultaten van Bomprec_o, Velox, ICA en La Fragua in de boeken heeft meegenomen. Dat had niet mogen gebeuren „zonder rekening te houden met het bestaan van de side letters".

Het schikkingsbedrag van 8 miljoen euro is even hoog als de maximale boete die door de rechter zou kunnen worden opgelegd. Bij een rechtspersoon is geen vrijheidsstraf mogelijk, aldus het parket in Den Haag donderdag.

Ahold meent dat de schikking de beste oplossing is. „Op deze manier wordt een lange, dure en tijdrovende rechtsgang voorkomen en kan weer een onderzoek naar het verleden worden afgesloten." Ahold heeft de strafvervolging weten te voorkomen door goed met justitie samen te werken. Het supermarktconcern werkte vanaf het begin van het onderzoek volledig mee en stond nadien verscheidene keren vrijwillig stukken af.

In zijn verklaring somt het parket de strafbare feiten op waaraan Ahold zich schuldig heeft gemaakt. Het gaat daarbij om het valselijk opmaken van side letters, het gebruikmaken van valse side letters, het publiceren van een onware balans, vervalsing van formulieren van de Amerikaanse beurswaakhond SEC en oplichting van de accountant.

De Vereniging van Effectenbezitters liet in een reactie weten dat de regeling tussen het Openbaar Ministerie en Ahold geen gevolgen heeft voor het onderzoek dat de beleggersclub wil naar het supermarktconcern.

Het Openbaar Ministerie verdenkt oud–Ahold topman Cees van der Hoeven van het opstellen van valse jaarrekeningen. Ook vindt justitie dat Ahold onder zijn leiding ten onrechte jarenlang de volledige resultaten van een aantal deelnemingen in de boeken heeft opgenomen. De procedure van het OM tegen Van der Hoeven beperkt zich tot de vraag of bepaalde deelnemingen van het bedrijf wel volledig in de boeken mochten worden opgenomen.

In een donderdag verstrekte verklaring stelt Van der Hoeven dat de jaarverslagen een „getrouw en volledig" beeld gaven van de relaties met de gezamenlijke bedrijven. Hij noemt de tenlastelegging van het OM ongegrond. Toen Van der Hoeven in het najaar van 2002 van het bestaan van de geheime documenten hoorde, heeft hij naar eigen zeggen „adequaat op deze informatie gereageerd" en „waar nodig actie ondernomen".

Justitie heeft volgens onbevestigde berichten verder oud–financieel topman M. Meurs, oud–bestuurder J. Andreae en oud–commissaris R. Fahlin gedagvaard. De handtekening van Andreae stond samen met die van Fahlin onder een geheime afspraak, waaruit bleek dat het concern niet de omzet van het Scandinavische ICA mocht meenemen in de boeken.