De procedure van het OM tegen Van der Hoeven beperkt zich volgens de oud–topman tot de vraag of bepaalde deelnemingen van het bedrijf wel volledig in de boeken mochten worden opgenomen.

Het supermarktconcern nam jarenlang de volledige resultaten mee van de samenwerkingsverbanden in Scandinavië (ICA), Brazilië (Bomprec_o), Argentinië (Velox/Disco) en Guatamala (La Fragua).

Ahold had in zogenoemde side letters geheime afspraken gemaakt over het opnemen van de resultaten van de ondernemingen. Volgens justitie had het supermarktconcern deze nooit volledig mogen inboeken „zonder rekening te houden met het bestaan van de side letters".

In een verklaring stelde Van der Hoeven donderdag dat de jaarverslagen een „getrouw en volledig" beeld gaven van de relaties met de joint–ventures. Hij noemt de tenlastelegging van het OM ongegrond. Van der Hoeven weet nog niet of hij tijdens de regiezitting op 13 oktober een bezwaarschrift tegen de dagvaarding indient.

Toen Van der Hoeven in het najaar van 2002 van het bestaan van de geheime documenten hoorde, heeft hij naar eigen zeggen „adequaat op deze informatie gereageerd" en „waar nodig actie ondernomen".

Justitie heeft volgens onbevestigde berichten verder oud–financieel topman M. Meurs, oud–bestuurder J. Andreae en oud–commissaris R. Fahlin gedagvaard. De handtekening van Andreae stond samen met die van Fahlin onder een side letter, waaruit bleek dat het concern niet de omzet van het Scandinavische ICA mocht meenemen in de boeken.

Directeur P. de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters vindt het „logisch dat de personen gedagvaard worden die hun handtekening onder de side letters hebben gezet." Hij bedoelt daarmee Meurs, Fahlin en Andreae.