Eerste arrestaties Hongkong voor streven naar afscheiding
In de Chinese stad Hongkong zijn voor het eerst activisten gearresteerd op basis van de omstreden nieuwe veiligheidswet. Voormalig activistenleider Tony Chung en drie andere studenten zijn aangehouden omdat zij zouden streven naar een „natie van Hongkong”, onafhankelijk van China.
Het is voor het eerst dat de nieuwe wet wordt gebruikt tegen bepaalde personen, melden plaatselijke media. Er waren al wel arrestaties tijdens betogingen tegen de nieuwe wet in de voormalige Britse kroonkolonie. Met de wet versterkt de Chinese regering in Peking haar greep op de metropool, die daardoor steeds minder democratisch wordt. Critici stellen dat het communistische regime geleidelijk een einde maakt aan de grote verschillen met andere Chinese steden.
De vier arrestanten, tussen de 16 en 21 jaar oud, waren lid van een nu verboden onafhankelijkheidsbeweging en zouden op internet reclame hebben gemaakt voor een zelfstandig Hongkong. De 19-jarige Chung werd thuis opgepakt. Ook is er veel materiaal uit zijn huis meegenomen.
De omstreden wet, die in juni is aangenomen, wordt door westerse landen zwaar bekritiseerd. Het maakt de inzet mogelijk van Chinese veiligheidstroepen. Hongkong maakt sinds 1997 weer deel uit van China. Er was afgesproken de stad te besturen volgens het principe „één land, twee systemen”, met eigen regels voor handel en politiek.