Minder regels, meer ruimte voor werk
Het is niet uitgesloten dat twee belangrijke rapporten over de toekomst van werk resulteren in nog meer regelgeving voor de arbeidsmarkt. En daar zitten we niet op te wachten.
De coronacrisis laat zich hardhandig gelden op de arbeidsmarkt. Volgens de laatste cijfers van het CBS nam het aantal werklozen de afgelopen drie maanden maar liefst met 131.000 toe naar 404.000, goed voor 4,3 procent van de beroepsbevolking. In de maand juni alleen al was de stijging het sterkst: met 74.000.
Dat betekent dat we de impact van corona op de arbeidsmarkt niet moeten onderschatten. Waar gaat het heen met de arbeidsmarkt? Als vakorganisatie vinden we het veel te vroeg voor robuuste schetsen van de toekomst. Liever dragen we kleine bouwstenen aan. En dat kon tijdens een gesprek, waarvoor ik namens CGMV was uitgenodigd door één van de politieke partijen. Een hele avond lang brainstormden we over het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van volgend jaar. De vraag die ik inbracht luidde: hoe zou de wereld van werk eruitzien als er minder regels zouden zijn en meer ruimte?
Voordat Nederland in de greep raakte van het coronavirus verschenen er meerdere rapporten van vooraanstaande commissies en ingestelde werkgroepen om een visie te geven over werk. Twee wil ik er noemen. Het eerste is het rapport van de commissie-Borstlap en het tweede het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
In beide rapporten wordt geadviseerd over een fundamentele verandering met betrekking tot werk. Ik sluit niet uit dat dit zal leiden tot meer regels op het gebied van werk en inkomen.
Zo gaat het namelijk meestal in Nederland en je ziet het al gebeuren in de Tweede Kamer, waar de laatste tijd meer en meer proefballonnetjes worden opgelaten die raken aan werk en privé.
De twee meest opvallende zijn: het recht op onbereikbaarheid en het regelen van het recht op thuiswerken. Moeten we dat willen: nog meer regels? Is het niet verstandig om eerst het hele bestaande pakket aan regels over werk eens grondig tegen het licht te houden?
Wat ik zeker niet wil wegpoetsen is dat er goed en grondig over werk nagedacht moet worden, over wie welk werk kan doen en hoe de werkende fit blijft. Hoe je als werkende aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt blijft, hoe inzetbaar je bent en hoe je in voldoende mate kunt meedoen aan de maatschappij.
Mijn vertrekpunt is om de arbeidsrelatie anders in te vullen. Het gaat mij niet zozeer om de hiërarchische afstand tussen werkgever en werknemer, maar meer om de gelijkwaardigheid tussen die twee. De relatie tussen werkgever en werknemer zou er een moeten zijn van gedeelde verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid. In dit verband is het niet verkeerd een oud initiatief onder het stof vandaan te halen.
Het inmiddels ter ziele gegane Nederlands centrum voor sociale innovatie (NCSI) heeft dit bereikt met het initiatief cao-Wasstraat. Vanuit een gezamenlijke visie op de toekomst van het bedrijf of de sector ging men op zoek naar oplossingen die echt werken. Dit leidde tot een nieuw type afspraken over inzetbaarheid en vitaliteit en vanzelfsprekend tot minder regels. Chapeau!
De auteur is directeur van de christelijke vakorganisatie CGMV. Reageren? sociaal@refdag.nl