Medisch-specialistische zorg en ggz komen weer goed op stoom
Patiënten in de medisch-specialistische zorg en de geestelijke gezondheidszorg krijgen over het algemeen de zorg die zij nodig hebben, al wordt nog niet alle zorg ingehaald die tijdens de coronacrisis niet kon worden gegeven. Voor minder urgente zorg is niettemin weer meer ruimte gekomen. Dat zegt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op basis van eigen cijfers.
Als gevolg van de corona-uitbraak waren er de eerste helft van 2020 791.000 minder verwijzingen naar de medisch-specialistische zorg dan er normaal zouden zijn geweest. Sinds maart, toen de crisis in volle hevigheid losbarstte, zijn er 63.000 minder verwijzingen naar de geestelijke gezondheidszorg uitgeschreven dan eerder verwacht.
Het aantal verwijzingen van huisartsen naar ziekenhuizen is nu bijna terug op het niveau van voor de coronacrisis en het aantal in de ziekenhuiszorg behandelde patiënten is naar schatting alweer ruim 90 procent van wat kon worden verwacht kijkend naar vorig jaar. Bij de ggz is de afgelopen weken sprake van meer dan 90 procent van het aantal verwijzingen dat er zonder coronamaatregelen zou zijn geweest, alleen lijkt het aantal patiënten dat er ook echt instroomt nog niet hersteld.
Het darmkankeronderzoek begon op 11 mei weer en in juni is al 78 procent van het aantal mensen benaderd dat in juni 2019 was uitgenodigd om mee te doen. De borstkankerscreening is deze maand hervat, op 40 procent van de normale capaciteit.