Hongaars parlement wil met Kamer patstelling EU-top doorbreken
Om de patstelling tussen Nederland en Hongarije over het afrekenen van EU-lidstaten op hun omgang met de rechtstaat te doorbreken, moeten hun beide parlementen in gesprek. Premier Mark Rutte en zijn Hongaarse collega Viktor Orbán komen er anders op de EU-top in Brussel nooit uit, schrijft het Hongaarse parlement aan de Tweede Kamer. Maar voorlopig is het woord aan de regering, antwoordt Kamervoorzitter Khadija Arib.
De opdracht waarmee het Hongaarse parlement Orbán naar Brussel heeft gestuurd is „niet te verenigen” met die van de Tweede Kamer voor Rutte, schrijft de Hongaarse parlementsvoorzitter aan zijn Nederlandse collega Khadija Arib. Wat de uitkomst van de al dagen durende onderhandelingen over de EU-begroting en het coronaherstelfonds ook is, óf Hongarije óf Nederland zal die volgens hem moeten afwijzen.
Parlementsvoorzitter László Kövér vraagt Arib daarom om haar „medewerking, met het gezamenlijke doel om samen te werken om de Europese landen te helpen die het zwaarst zijn getroffen door de coronapandemie”. Arib heeft de brief ontvangen en „staat open voor dialoog. Maar op dit moment is de regering aan zet.”
Nederland en een flink aantal andere landen willen beletten dat lidstaten waar de rechterlijke macht en de vrije pers in de knel komen, zoals Hongarije, geld krijgen uit het coronaherstelfonds. Hongarije en bijvoorbeeld ook Polen en Slovenië zijn daar juist fel tegen gekant.