Het Rijk houdt rekening met een mogelijke maximale afvoer van 18.000 kubieke meter water per seconde bij Lobith na 2020. In werkelijkheid wordt die piek, voorzover nu te berekenen valt, niet hoger dan 16.500 kubieke meter per seconde (m(su3(/sec).

Dat zei dr. Rita Lammersen van het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalverwerking (RIZA) woensdag in het Duitse Rees tijdens een internationale hoogwaterconferentie. Het RIZA deed samen met Duitse onderzoeksinstituten uit Düsseldorf en Koblenz en de provincie Gelderland de afgelopen twee jaar onderzoek naar de grensoverschrijdende effecten van extreem hoogwater.

Een hoogwatergolf van meer dan 16.000 m(su3(/sec bereikt Lobith alleen als de temperatuur de komende honderd jaar tussen de 1 en 6 graden stijgt. Daardoor zal het vaker gaan regenen en zal de sneeuw eerder smelten, wat hoogwater tot gevolg heeft. Maar het is volgens Lammersen niet mogelijk om daar nu exacte cijfers voor te geven. Bovendien zullen veranderingen in het riviersysteem die nu nog niet bekend zijn, ook een rol spelen.

De komende decennia krijgt Lobith nog helemaal niet te maken met zulke hoge afvoeren, zo blijkt uit het onderzoek. In Zuid- en Midden-Duitsland zullen grote gebieden overstromen bij extreme regenval.

Ook in het aan Nederland grenzende Noord-Rijnland-Westfalen vloeit nog rivierwater weg. Daardoor zal de piek bij Lobith niet hoger worden dan maximaal 15.500 m(su3(/sec. De dijken in Nederland zijn nu op een deltahoogte van 16.000 kuub gebracht. Statistisch gezien doet zulk hoogwater zich eenmaal in de 1250 jaar voor.

Staatssecretaris Schultz van Haegen van Waterstaat vindt dat Nederland zich niet moet laten sussen door de nieuwe cijfers. „De afvoercapaciteit is nu ruim voldoende, maar op de lange termijn schiet die tekort. Daarom moeten we nu al plek reserveren in ruimtelijke plannen om later overtollig water te kunnen opvangen”, liet zij woensdag weten. De staatssecretaris ziet dan ook nog niet af van haar fel omstreden plan voor het aanleggen van noodoverloopgebieden, bewoonde gebieden die mogen overstromen bij zeer extreem hoogwater.

De Europese waterministers zullen naar verwachting in oktober afspraken maken over een Aktieprogramma Waterbeheersing. Het is de bedoeling dat alle rivierlanden maatregelen op elkaar afstemmen om wateroverlast te voorkomen. „Voor Nederland is dat van groot belang, want we hebben de rivieren niet aan een touwtje. En wij zijn het afvoerputje van Europa. Als het bovenstrooms flink regent, stroomt het water bij ons als een kolkende massa naar zee”, aldus Schultz van Haegen.