Directeur Keolis: intrekken ov-concessie een te zware straf
Het intrekken van de ov-concessie voor een deel van het busvervoer voor Gelderland, Flevoland en Overijssel is een te zware straf en dupeert ook de reizigers. Dat zegt directeur Frank Janssen van Keolis in NRC. Het ov-bedrijf had de concessie IJssel-Vecht op basis van onjuiste informatie verkregen. De provincies willen nu van het contract af.
„Ik wil het niet bagatelliseren. We hebben een grote fout gemaakt. Dat we daarvoor worden gestraft, is begrijpelijk. Maar ik vind het intrekken van de concessie een te zware straf - en ook slecht voor reizigers”, zegt Janssen. „Omdat dat veel meer partijen raakt dan alleen Keolis. Reizigers krijgen minder goed vervoer, minder lijnen met lagere frequenties. Er komt meer CO2-uitstoot omdat de invoering van elektrische bussen wordt vertraagd. En het kost banen.”
Janssen legt in NRC uit wat er fout ging. Volgens de directeur werd in maart duidelijk dat truckmaker Ginaf een contract voor de bouw van kleine elektrische buurtbussen nooit had ondertekend. Toen ook andere afspraken met Ginaf op papier minder hard bleken dan gedacht, „gingen alle alarmbellen af”.
Daarop is door Keolis een onderzoek ingesteld. Daaruit bleek verder dat de Chinese leverancier van elektrische bussen BYD in een verklaring alleen de intentie had uitgesproken „dat de batterijen vijftien jaar mee zouden gaan”. Keolis heeft in zijn bod aan de provincies het echter doen voorkomen dat BYD, die 259 elektrische bussen levert, dat garandeerde.
„Het leverde ons geen financieel voordeel op, alleen een betere score ten opzichte van onze concurrenten”, aldus Janssen. „De kern is: we hadden het bod niet zo mogen indienen. Onder tijdsdruk zijn er garanties in opgenomen die er in werkelijkheid niet waren. Dat betreuren we zeer.”
Eerder heeft vakbond CNV al vraagtekens gezet bij het voornemen van de provincies. Volgens onderhandelaar Peter de Ridder zou het opzeggen van het ov-contract „verstrekkende en onvoorziene gevolgen voor reizigers en werknemers” hebben.