Nederland en Suriname willen weer ambassadeurs uitwisselen
Nederland en Suriname willen weer ambassadeurs in elkaars hoofdsteden benoemen. Die wens hebben minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken en zijn Surinaamse collega Albert Ramdin uitgesproken in een eerste kennismakingsgesprek.
Dat laat een woordvoerder van Blok weten. Er wordt nu door beide landen gekeken op welke termijn het mogelijk is om weer op het hoogste diplomatieke niveau vertegenwoordigd te zijn.
Sinds 2017 weigert Suriname de Nederlandse ambassadeur. Dat gebeurde onder president Desi Bouterse. Deze week is Chan Santokhi geïnstalleerd als president. Die wil de banden met Nederland aanhalen.
Santokhi heeft Nederland om hulp gevraagd. Hij erft een land dat in economisch zwaar weer zit. Het heeft een grote staatsschuld en een lege staatskas. Den Haag en Paramaribo gaan overleggen op welke manier Nederland eventueel kan helpen, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van leningen.
Premier Mark Rutte sprak dinsdag al met Santokhi over de betrekkingen en de gevolgen van de coronacrisis. Nederland helpt Suriname al met de bestrijding van het coronavirus. Er zijn artsen, persoonlijke beschermingsmiddelen en medisch apparatuur gestuurd.
Het was voor het eerst in meer dan tien jaar dat er contact was tussen een Nederlandse premier en een Surinaamse president. Onder Bouterse waren de relaties bijzonder koel. Bouterse pleegde in 1980 een staatsgreep en is in Nederland veroordeeld voor drugshandel.