De twee spraken elkaar op het gemeentehuis van Baarle-Nassau in Noord-Brabant. Letterlijk een grensplaats, want de scheiding tussen Nederland en Vlaanderen gaat hier dwars door winkels en woningen. Bij het overleg waren enkele Nederlandse commissarissen van de Koning en hun Belgische collega’s aanwezig.

De sluiting van de grens door de Belgen vanaf maart leidde tot lastige situaties. Families werden gescheiden, grensoverschrijdend woon-werkverkeer werd ernstig bemoeilijkt. Grapperhaus: „Tijdens de crisis was er voortdurend onderling overleg. Dit is de eerste keer dat we elkaar in deze setting spreken. De sluiting van de grens was een beslissing van de Belgische federale regering. Het was in een hectische periode, waarin beide landen heel snel met het virus aan de slag moesten.”

„Het sluiten van de grenzen kun je eigenlijk niet meer doen”, zegt De Crem achteraf. „Maar het was geen zaak van openbare orde, maar van openbare veiligheid.”

Door het verschil in structuren tussen beide landen is uniformiteit in maatregelen volgens beide bewindsmannen onmogelijk. Wel streven ze naar „het beter laten overlopen van de verschillen” om de maatregelen aan beide kanten van de grens draaglijker te maken. In het najaar treffen de ministers elkaar in Antwerpen.