„Christen deugt niet als hij niet zoutend zout is”
Kerken hebben een dwingende verantwoordelijkheid ten opzichte van de politiek. Dat zegt W. Nagtegaal (64), ouderling van de hervormde gemeente in Huizen. Hij was recent nog actief in zijn woonplaats ter voorkoming van de vestiging van een gokhal. „Een christen is verantwoordelijk voor wat er in de wereld gebeurt. Als hij geen zoutend zout is, deugt hij nergens meer voor.”
Uiteindelijk stemde 44 procent van de stemgerechtigde inwoners van Huizen in een referendum op 10 juni tegen de komst van een gokhal.
Deze uitslag ziet Nagtegaal als gebedsverhoring. „Er is veel gebed geweest. God heeft ook ongelovige mensen gebruikt voor deze uitslag. De Heere wil dat kwaad in Huizen toch niet hebben. Ik ben dankbaar dat ik daar een radertje in mocht zijn.” Toch heeft Nagtegaal een ambivalent gevoel bij zijn ’overwinning’. „Ik had niet gedacht dat we voor zo’n zaak in een plaats als Huizen zouden moeten vechten.”
Vorige week maakte de SGP bekend dat zij graag een grotere bemoeienis van kerken in de politiek ziet. „Dat is dwingende noodzaak”, zegt Nagtegaal, „maar het moet wel gebeuren naar bijbelse norm. Het verbaast me wel dat dit geluid nu van de SGP komt. Naar welke kerken moet de politiek dan luisteren? De achterban van de partij komt immers uit verschillende kerken?”
De Huizenaar -zelf niet actief in de politiek- is huiverig voor een te grote inmenging van de kerken. „Ik onderschrijf een sterkere samenwerking tussen kerk en politiek, maar laat de uitwerking eerst maar van de politiek komen. Zet alle gevoelens eens opzij en zorg ervoor dat de kleine christelijke partijen bij elkaar komen. Laten zij maar een bolwerk maken dat samenwerking met kerken mogelijk maakt. Dan spelen de kerken daar vanzelf op in.”
De kerken in Huizen hebben zich in het tegenhouden van de gokhal tamelijk afzijdig gehouden. „Dat moest ook wel, want de voorstanders zeiden direct: Dat is weer een actie van de kerken. Maar het zou toch te gek zijn dat de kerken voorstanders van die gokhal waren? Ik nam niet deel aan het actiecomité als ouderling. Je moet je tegenstanders geen wapen in de handen geven.”
Toch hebben de Huizense kerken volgens Nagtegaal op de achtergrond veel gedaan. „Er is veel gebed geweest. In de kerkbladen en op de kansels werden mensen ertoe opgeroepen te stemmen en werden zij op hun verantwoordelijkheid gewezen. Deze methodiek is goed geweest richting de burgers.”
Wel meent Nagtegaal dat de kerk haar stem steeds weer moet laten horen „omdat politieke zaken beslist raakvlakken hebben op religieus gebied. Dan moet je er als kerk bij zijn.” De Huizense ouderling verwijst hierbij naar het Oude Testament. „Aan de opbrengst van het land kun je zien hoe de gehoorzaamheid van het volk was. Ik denk dat dit nog opgaat. Lees Psalm 85 maar. Als de gerechtigheid er is, zal het land zijn volle garven bieden. De kerken zijn de kurken waar de wereld op drijft.” In de wereld draait alles volgens Nagtegaal om christenen „die God en Christus in waarheid kennen. Dat zie je aan Sodom en Gomorra, waar geen tien rechtvaardigen leefden.”
Volgens Nagtegaal zei de grote staatkundige Groen van Prinsterer al dat het een staat zonder godsdienst goed kan gaan, maar dat hij een beperkte voortduur zal hebben. Nagtegaal: „We zagen drie jaar geleden hoe de Twin Towers instortten. In een enkel moment zakt de economie dan in. Terrorisme is niet voor te rekenen, maar het handelen van God ook niet. Een land dat in goddeloosheid leeft, kan verwachten dat God dingen doet ter waarschuwing. Als God een land loslaat, is het eind helemaal zoek.”
Dit is het eerste deel uit een serie artikelen over de betrokkenheid van kerken bij de politiek.
