Maxwell ontkent zedendelinquent Epstein te hebben geholpen
Ghislaine Maxwell, ex-vriendin en rechterhand van de gestorven zedendelinquent Jeffey Epstein, ontkent met klem de beschuldigingen dat ze minderjarige meisjes in de handen van Epstein zou hebben gedreven, zodat hij ze kon misbruiken.
Maxwell (58) diende vrijdag, ruim een week na haar arrestatie, een verzoek in bij een rechtbank in New York om op borgtocht vrij te komen. Ze stelt een borgsom voor van 5 miljoen dollar. De vermeende handlanger van Epstein zit in een gevangenis in New York. Volgens de aanklagers is er een extreem risico dat Maxwell vlucht. Maar zelf benadrukt ze dat ze in de Verenigde Staten bleef na de arrestatie van Epstein vorig jaar juli. In de cel vreest ze te worden besmet met het coronavirus.
Maxwell heeft een juridisch team met meerdere advocaten ingehuurd om haar bij te staan. De juristen hebben ervaring met zaken die gingen over moord, terrorisme en financiële misdrijven. In het team zitten twee voormalige aanklagers uit New York. Ook beschikt ze over de advocaten die haar al verdedigden in rechtszaken die waren aangespannen door slachtoffers van Epstein.
Eerder op de dag werd bekend dat de aanklagers in de spraakmakende zaak de oorspronkelijke aanklacht van zes punten hebben vervangen door een nieuwe met eveneens zes punten. Het is niet duidelijk waarom dit gebeurde.
Vier punten in de eerste aanklacht hadden betrekking op ronselactiviteiten, waaronder het lokken van meisjes. Twee punten gingen over meineed, die Maxwell zou hebben gepleegd toen ze volhield niets te weten van Epsteins misbruik.