50PLUS-plan: inkomensafhankelijk basisbedrag voor volwassenen
Een inkomensafhankelijk basisbedrag voor volwassenen moet het ingewikkelde stelsel van heffingen, aftrekposten, kortingen en toeslagen vervangen. Dat is althans het idee van een groep 50PLUS-leden, onder leiding van fractievoorzitter Corrie van Brenk.
De ‘denktank’ publiceert het voorstel vrijdag en ziet graag dat 50PLUS het overneemt in haar partijprogramma. Ook aan fractievoorzitters van andere landelijke partijen wordt het plan aangeboden, in de hoop dat zij het plan meenemen in de aanloop naar de volgende verkiezingen.
Als het aan de denktank ligt, ontvangt iedere volwassene een ‘basisbedrag’ van 6800 netto, mits diegene een jaarlijks inkomen heeft tussen de 3000 en 25.000 euro. Ouders krijgen per kind een vast bedrag.
Mensen met een uitkering of AOW komen altijd in aanmerking voor dit basisbedrag. Volwassenen die minder dan 3000 euro per jaar verdienen, krijgen daar bovenop 1500 euro. Werkenden die meer dan 25.000 euro per jaar verdienen - wat ongeveer neerkomt op het minimumloon - krijgen een fors hoger bedrag: 10.200 euro. Dat bedrag wordt afgebouwd naarmate werkenden meer verdienen: iemand met een inkomen tussen de 55.000 en 65.000 euro per jaar krijgt 7200 euro.
Dat moet ertoe leiden dat de prikkel om te werken in stand blijft, legt Van Brenk uit. „Als je zegt, ik blijf lekker gamen, of ik blijf als moeder thuis zitten, krijg je een stuk minder. En als je fulltime gaat werken, krijg je ineens veel meer”, stelt de voorzitter van de Tweede Kamerfractie.
Desondanks heeft het plan een negatief effect op het arbeidsaanbod, dat met 1,2 procent achteruit gaat volgens het Centraal Planbureau. Het partij vond het belangrijk het voorstel door het CPB te laten doorrekenen. Een van de leden van de denktank kent de modellen van het planbureau goed: hij heeft bij het planbureau gewerkt. Die doorrekening laat een relatief positief beeld zien. Huishoudens gaan er gemiddeld op vooruit en vooral (lage) middeninkomens profiteren.