Eis: celstraf voor stalken leraar
Voor het belagen van een godsdienstleraar van Hogeschool Windesheim is dinsdag voor de rechtbank in Zwolle tegen de 46-jarige ex-studente S. T. V. een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist.
De vrouw bestookte de leraar tussen juli 2003 en maart van dit jaar met e-mails en brieven met een religieuze en erotische lading. Een schorsing van de school, sommaties en twee vonnissen in kort geding haalden niets uit, totdat de vrouw in maart werd aangehouden en tien dagen vastzat. Daarna heeft de leraar niets meer van haar vernomen.
V. liet het dinsdag tijdens de strafzaak afweten, maar tijdens de kort gedingen was zij er wel om uit te leggen dat haar handelen gestoeld is op „boodschappen van een hogere orde.” „Visioenen van engelen”, zei de officier van justitie. De rechtbankvoorzitter citeerde uit het proces-verbaal dat V. meent „opdracht van God te hebben om de leraar te bevrijden van psychische noden.”
De leraar, die V. in 2001 als studente en studiecoördinator onder zijn hoede kreeg, had al snel in de gaten dat er iets niet in orde was en deed de begeleiding over aan een collega. Toch bleven de e-mails en brieven binnenstromen, zowel op school als thuis. De vrouw liet weten dat de leraar zijn huwelijk mocht openbreken, „omdat het je geen verdere groei kan bieden”, dat zij „macht over zijn ziel had” en hij „haar andere helft was.”
Volgens een psychiater die V. onderzocht heeft de vrouw een persoonlijkheidsstoornis die zich uit in grootheids-, religieuze en erotische wanen. „Alles moet voor de goddelijke opdracht wijken”, aldus de onderzoeker, die V. sterk verminderd toerekeningsvatbaar acht. De vrouw denkt dat zij de reïncarnatie is van Johannes de Doper, de leraar van koning Saul en een vriendin van moeder Maria.”
Advocaat mr. H. L. van Uchelen bepleitte een „schuldig zonder straf” voor zijn cliënte, omdat die niet de bedoeling zou hebben gehad de leraar lastig te vallen. „Zij heeft alleen maar heftige gevoelens overgebracht.” Namens V. bood de raadsman zijn excuses aan het slachtoffer aan. Mocht de rechtbank toch een straf willen opleggen, dan vond Van Uchelen de voorwaardelijke celstraf „zo gek nog niet.”
De rechtbank doet op 12 oktober uitspraak.