Dankzij een DNA-test kwam dinsdag vast te staan dat een 25-jarige man die als adoptiekind bij een Argentijns gezin opgroeide de zoon is van de Uruguayaanse, Sara Mendez. „We hebben Simon gevonden”, zei Mendez na de uitslag van de test te hebben ontvangen. „Ik heb het gevoel dat we de strijd tegen de straffeloosheid hebben gewonnen.”

Mendez is een van het groeiende aantal mensen die met behulp van DNA-tests proberen de kinderen terug te vinden die hun in de jaren ’70 en ’80, toen militaire regimes in tal van Latijns-Amerikaanse landen hun linkse tegenstanders met geweld onderdrukten, werden afgenomen.

In Uruguay verdwenen ten tijde van de militaire dictatuur, van 1973 tot 1985, ongeveer dertig mensen. Nog eens 160 mensen verdwenen na naar buurlanden te zijn gevlucht. Kinderen van personen die gevangen waren genomen werden naar verluidt ter adoptie aangeboden of in gezinnen van legerofficieren geplaatst.

Mendez, die van linkse activiteiten werd verdacht, vluchtte destijds naar Argentinië. In juli 1976 vielen Uruguayaanse agenten haar appartement in Buenos Aires binnen. Mendez werd opgepakt en haar twintig dagen oude zoon ontvoerd. Ze zat vijf jaar gevangen en direct nadat in 1985 de democratie in haar land was hersteld begon ze haar zoon te zoeken. Ze ploegde duizenden overheidsdocumenten door en belandde talloze keren op een verkeerd spoor.

Op het spoor gezet door een Uruguayaanse journalist bracht haar zoektocht, die haar ook in Europa deed belanden, Mendez uiteindelijk naar Buenos Aires.

Mendez en haar zoon, die na zijn adoptie een andere naam kreeg, hebben elkaar inmiddels een aantal keer ontmoet. Haar zoon heeft geen zin om in de publiciteit te komen. „Ze lijken het goed met elkaar te kunnen vinden”, zegt Raul Olivera, Mendez’ echtgenoot. „Hij wil dat ze langzaam deel gaat uitmaken van zijn leven.”