Poetin lang aan de macht? In Afrika is het niets bijzonders
De meest notoire langzitters onder de presidenten vind je in Afrika. Termijnen van meer dan dertig jaar zijn er niet ongebruikelijk. Maar de plucheklevers hebben op het continent de langste tijd gehad.
De Russische president Vladimir Poetin wist deze week van zijn volk fiat te krijgen om tot 2036 op het pluche te blijven. Bijna 80 procent van de kiezers stemde voor een wijziging van de grondwet, waarmee Poetin een stevig mandaat heeft om zijn toch al aanzienlijke ambtstermijn behoorlijk te verlengen.
Als Poetin het maximale aantal termijnen uitzit, wordt hij de langstzittende Russische leider. Tot nog toe is Jozef Stalin dat met 31 dienstjaren, van 1922 tot 1953. Het zijn termijnen die in veel landen ondenkbaar zijn, maar in andere delen van de wereld weinig opzien baren.
Het Afrikaanse continent kent een hele reeks notoire langzitters. De president van Kameroen, Paul Biya, smaakte deze week het genoegen 45 jaar aan de macht te zijn. Op 30 juni 1975 trad hij aan als premier, in november 1982 als president. Hij is in Afrika in goed gezelschap. In Equatoriaal-Guinea, een ministaatje met zo’n 1,3 miljoen inwoners, is Teodoro Obiang Nguema Mbasogo als sinds 1979 president. Het land houdt sinds de vroege jaren negentig weliswaar voor de vorm verkiezingen, maar daarbij wordt Obiang steeds met zeker 97 procent verkozen.
In de Republiek Congo heeft Denis Sassou Nguesso al 36 jaar de touwtjes in handen, terwijl Yoweri Museveni het in Uganda al 34 jaar uithoudt. Op enige afstand volgen dan nog mannen als Idris Deby van Tsjaad en Isaias Afwerki van Eritrea (beiden 29 jaar aan de macht).
Achter de wens om op het pluche te blijven zit in de regel angst voor verlies van geld en macht. Daarnaast dreigt er soms rechtsvervolging. Dus rommelen machthebbers met verkiezingsprocedures en -uitslagen of knutselen aan de grondwet om het aantal termijnen op te rekken.
Het tij voor de notoire plucheklevers is in Afrika echter al enige tijd aan het keren. Verschillende lang zittende leiders zwaaiden recent af. In augustus 2017 stapte president Jose Eduardo dos Santos van Angola na 38 jaar presidentsschap op, in november van hetzelfde jaar moest de Zimbabwaanse president Robert Mugabe na 37 jaar gedwongen het veld ruimen. In 2019 verdreef het leger in Sudan Omar al-Bashir, na een machtsperiode van 30 jaar.
De bevolking slikt een eindeloze verlenging van het aantal termijnen niet meer zomaar. In Burkina Faso dwarsboomde de bevolking in 2014 de wens van president Blaise Compaoré om het maximum aantal termijnen op te rekken. In Gambia probeerde Yahya Jammeh in 2017 tevergeefs in het zadel te blijven na verloren verkiezingen.
De rechterlijke macht van Kenia verwees in hetzelfde jaar de verkiezingswinst van de zittende president naar de prullenbak. Het constitutionele hof van Malawi deed in februari 2020 hetzelfde met de resultaten van de presidentsverkiezingen van mei 2019. Het resultaat in Malawi was dat in nieuw uitgeschreven verkiezingen, op 23 juni, oppositiekandidaat Lazarus Chakwera er met de zege vandoor ging.
Het komt steeds vaker voor dat er na reguliere verkiezingen op dergelijke wijze een machtswisseling plaatsvindt. Dit jaar is, met verkiezingen in dertien Afrikaanse landen, een lakmoesproef.