Actie Brussel tegen coronavouchers, maar niet tegen Nederland
In de kwestie rond de coronavouchers onderneemt de Europese Commissie actie tegen Italië en Griekenland, maar niet tegen Nederland. Wel vraagt zij lidstaten aanvullende informatie over de toepassing van de regels rond passagiersrechten.
Brussel begint een zogeheten inbreukprocedure tegen Italië en Griekenland omdat deze landen wetgeving hebben aangenomen waardoor luchtvaartmaatschappijen en andere transportbedrijven alleen maar waardebonnen hoeven te geven als een reis niet doorgaat. EU-wetgeving schrijft echter voor dat klanten ook recht hebben hun geld terug te krijgen.
Vanwege de coronapandemie konden vrijwel alle vluchten en andere reizen niet doorgaan. Omdat luchtvaartmaatschappijen dreigden om te vallen als ze alles zouden moeten terugbetalen, stonden veel landen waaronder Nederland tijdelijk de uitgifte van vouchers toe.
Verantwoordelijk minister Cora van Nieuwenhuizen had de Inspectie voor de Luchtvaart en Leefomgeving (ILT) in maart gevraagd de wet over passagiersrechten zeker tot en met eind juni niet te handhaven. Den Haag kreeg half mei een waarschuwing uit Brussel dat mogelijk een procedure zou worden geopend. Later die maand meldde Nederland aan de Europese Commissie dat passagiers weer hun geld terug kunnen krijgen als hun vlucht is geschrapt.
„Consumenten moeten ook in crisistijd worden beschermd”, aldus EU-commissaris Didier Reynders (Consumentenrechten). Hij zegt dat EU-landen die de regelgeving intussen op orde hebben, „de rechten moeten naleven van consumenten aan wie een terugbetaling is geweigerd tijdens de crisis. Het Europese recht over pakketreizen en passagiersrechten geldt altijd.”
Italië en Griekenland krijgen twee maanden voor een reactie. Als zij de wet niet aanpassen kunnen ze voor het Europees Hof van Justitie worden gedaagd.
De commissie begint daarnaast inbreukprocedures tegen tien lidstaten die toestaan dat voor gecancelde pakketreizen alleen vouchers worden gegeven en geen geld terug (of pas veel later dan de wettelijke periode van veertien dagen). Het gaat om Tsjechië, Cyprus, Griekenland, Frankrijk, Italië, Kroatië, Litouwen, Polen, Portugal en Slowakije.
De Europese consumentenkoepel BEUC reageert verheugd. „Consumenten moeten niet worden gebruikt als goedkoop krediet om de reisindustrie uit de brand te helpen”, zegt directeur Monique Goyens. Zij betreurt wel dat landen die vergelijkbare maatregelen eerder hebben beëindigd buiten schot blijven. Iedereen die is gedwongen vouchers te accepteren moet alsnog het recht krijgen zijn geld terug te krijgen, aldus Goyens.