Spanje en Portugal openen grens weer voor toerisme
De premiers van Spanje en Portugal hebben woensdag officieel hun gezamenlijke grens voor alle reizigers heropend na een sluiting van drie maanden om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
In aanwezigheid van de Spaanse koning Felipe en de Portugese president Marcelo Rebelo de Sousa openden de Spaanse premier Pedro Sánchez en zijn Portugese ambtgenoot Antonio Costa plechtig de grens. Alle andere reisbeperkingen binnen de Europese Unie zijn vorige week al opgeheven.
„Onze gedeelde welvaart en gemeenschappelijke bestemming binnen het Europese project hangen af van het feit of deze grens open is”, twitterde Costa eerder op woensdag. „De pandemie bood ons een nieuwe visie op het verleden waar we niet op terug willen komen: een continent met gesloten grenzen.”
Met zijn enige landsgrens die meer dan drie maanden was gesloten, heeft Portugal de epidemie beter doorstaan dan het buurland: 1576 doden en 42.141 besmettingsgevallen vergeleken met de 28.355 doden in Spanje en bijna 250.000 besmettingsgevallen.
Maar beide landen kampen met nieuwe uitbraken sinds het einde van de lockdown.
Lissabon heeft woensdag opnieuw een gedeeltelijke lockdown ingevoerd voor een aantal wijken in het noorden van de hoofdstad, waarbij voor ongeveer 700.000 inwoners geldt dat ze thuis moeten blijven.
Ondertussen volgen Spaanse regio’s nauwlettend ongeveer vijftig afzonderlijke uitbraken, die in de meeste gevallen beperkt zijn tot een handvol mensen.