Onderzoek
Ik zal u enkele kentekenen voorstellen tot ontdekking van een onbekeerde, en tot meerdere geruststelling van een bekeerde. U moet deze met bedaardheid overwegen. Dat een onbekeerde ze niet al te haastig over het hoofd zou zien en dat de bekeerde die in de staat van angstvalligheid en strijd is in zo’n tijd niet te angstvallig zou onderzoeken.De bekeerden zijn meer bekommerd over hun zielenstaat dan over iets anders dat er in de wereld is. Dat betonen zij in het gedurig zoeken van de Heere in al de middelen van de genade. Zij zijn ook na het gedane werk niet gerust als ze Jezus daarin niet gevonden hebben.
De bekeerden hebben een innerlijke zucht tot heiligheid om in alles voor de Heere te leven. Er is geen zonde die zij met vermaak aan de hand houden. Zelfs om de allerkleinste bidden zij de Heere om daarvoor bewaard te worden. De heiligheid is zo beminnelijk in hun ogen dat ze met heel hun hart daarop gezet zijn die, hoe meer hoe liever, te verkrijgen. Daarom wachten zij zich voor de zonden en trachten naar een innerlijke godzaligheid. Hoe heiliger, hoe liever.
De bekeerden hebben ook een hartelijke liefde tot de Heere Jezus, om tot Zijn eer te leven en zichzelf te bewaren in Zijn gemeenschap. Hun gedurige wens is meer tot Gods eer bekwaam te zijn.
Johan Verschuir, predikant te Zeerijp (Selfs-ondersoek, 1740)